luchtwapens, erger dan de kwaal, want hoe kan men zich in een
dergelijk geval de samenwerking voorstellen tusschen leger en vloot
eenerzijds en hunne, alleen organisatorisch zelfstandige luchtstrijd
krachten anderzijds?
B. Het afhankelijke gebruik der luchtstrijdkrachten.
In het ondervolgende zal slechts het gebruik van het tot het
leger behoorende luchtwapen worden besproken.
Wij kunnen ons van dit luchtwapen het werd in de inleiding
reeds naar voren gebracht tweeërlei gebruik denken: als
gevechtsorgaan en als waarnemingsorgaan. Toch dient men wel
te begrijpen dat deze onderscheiding niet zoo scherp is als tusschen
het zelfstandige en het afhankelijke gebruik; zij betreft in het
bijzonder de aanwending der middelen, minder de organisatie en
d_e techniek dier middelen. Voor het luchtwapen in zijn geheel leent
zich dan ook somtijds nog het beste het „general purpose"-vlieg-
tuig i) met een zeer noodzakelijke omlijsting van gespeciali
seerde jacht-, c. q. bomvliegtuigen. Onderdeelen van den gevechts-
vliegdienst kunnen zonder bezwaar worden gebruikt voor den
waarnemingsdienst en zelfs de gespecialiseerde vliegtuigen, die uit
den aard der zaak behooren tot het strijdende orgaan, zijn bij het
gebruik van het luchtwapen in zijn geheel voor den waarnemings
dienst, toch ook noodig voor de verhooging van het rendement.
De grootere landen, die in vergelijking met ons over een over
vloed van vliegtuigen beschikken, gaan echter toch meestal over
tot een organisatorische specialiseering: zoo wordt b.v. per leger
korps een escadrille ingedeeld voor de tactische verkenning, per
leger een afdeeling voor de strategische verkenning, per divisie
eenige vliegtuigen voor de verbinding, de artillerie krijgt haar lucht-
waarnemingsorganen, etc. Voor die landen geldt dus in sterkere
mate dan voor ons de vraag: waarop moet de nadruk worden
gelegd op den gevechtsvliegdienst of op den waarnemingsdienst?
Ten einde te komen tot een vergelijkende waardeering van beide
diensten, zullen wij daarom eerst de „Europeesche" verhoudingen
moeten beschouwen, om daaruit conclusies te trekken ten opzichte
van onzen compromis-toestand.
Het eerste doel voor het leger zal in het algemeen zijn: de
vernietiging van den vijand. Een legeronderdeel dat zich zoowel
eigent voor het gevecht als voor den waarnemingsdienst, dient dus
in ieder geval ook als strijdend orgaan te worden ingezet: de
waarde van een w a p e n is grooter dan die van een hulpwapen
de geschiedenis der cavalerie is er om dit te bewijzen. De beant-
796
Een goed Hollandsch woord hiervoor wil mij niet te binnenschieten;
de benaming e e n h e i d s-v 1 i e g t u i g zou tot verwarring leiden.
C. C. K.