verbindingen. En dit alleen, doordat in den wereldoorlog nu een maal per divisie over escadrille vliegtuigen werd beschikt, die eigenlijk ook nog wel wat anders konden verrichten dan' den verbindingsdienst. Dat de tactiek van den verbindingsdienst hier onder moest lijden en dat de vreemdste ideeën omtrent dezen voor de leiding zoo gewichtigen dienst gemeen goed (i. c. kwaad geworden zijn is wel te begrijpen. Laten wij ons hoeden voor het gevaar der vooropgezette in deeling onzer luchtstrijdkrachten in ons leger, dat bij lange na niet de sterkte heeft vaneen legerkorps, behoorenalle vliegtuigen in handen te blijven van den Commandant van het Veldleger. Maar alvorens over te gaan tot een verdere bespreking van het gebruik in onze omstandigheden, is het noodig een enkel woord te wijden aan den strijd dien het luchtwapen zal hebben te voeren om het luchtoverwicht. Zooals reeds werd gezegd kan deze strijd het behalen van een plaatselijk en tijdelijk overwicht ten doel hebben, in welk geval er slechts jagers aan behoeven deel te te nemen hij kan echter ook geheel gelijken op den strijd om het luchtoverwicht, die de luchtmachten, met jagers en bomvliegtuigen, in eerste instantie hebben te voeren en die tegen des vijands luchtbasis is gericht met de bedoeling een duurzaam overwicht te vestigen. Doordat het dus mogelijk is, dat ook bomvliegtuigen aan deze actie deelnemen, is het niet logisch om bij de verdeeling van het luchtwapen in a gevechtsvliegdienst, b waarnemingsdienst, ook nog onder c te noemenjachtvliegdienst. Daarom ook heb ik den jachtvliegdienst opgenomen onder de algemeene benaming „gevechtsvliegdienst", hoewel er toch een markant onderscheid bestaat tusschen de actie van de jagers en die van alle andere typen vliegtuigen. De laatste ageeren tegen gronddoelen, de jachtvliegdienst werkt tegen luchtdoelen maar in den doorge- voerden luchtstrijd zijn jagers alleen niet voldoende. Had ik voor het luchtwapen een drie-ledige gebruiksmogelijkheid aangenomen, dan zou de jachtvliegdienst ook in den figuurlijken zin des woords in de lucht blijven zweven. Hij heeft de vernietiging van een gedeelte van de vijandelijke strijdkrachten tot taak en be hoort daarom tot den gevechtsvliegdienst alleen zijn bescher mende taak ten behoeve van alle andere soorten luchtstrijdkrach ten verstoort het schema. Ik vestig zoo nadrukkelijk de aandacht op deze „schematische" aangelegenheid, opdat duidelijk begrepen worde, dat ik, hoe men zich voor onze omstandigheden ook het gebruik der luchtstrijd krachten denkt als gevechts- dan wel als waarnemingsor gaan, of als beide het bezit van jagers allereerst noodzakelijk acht. Uitgaande dus van de principes, dat 798

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 19