a. een jachtvliegdienst, in het bijzonder om het beschermende gedeelte van zijn taak, ten allen tijde noodzakelijk zal zijn; (Het bewijs hiervoor ligt opgesloten in de superioriteit van den eenzitter tegenover den meerzitter dit aan te toonen zou een apart betoog vereischen en ik volsta met te verwijzen naar het W.J. '28, Hoofdstuk Luchtvaart). b. de gevechtsvliegdienst in het algemeen te stellen is boven den waarnemingsdienst, zullen wij het probleem van het gebruik onzer militaire luchtvaart nader bekijken. Ten einde mijn zienswijze duidelijk te doen uitkomen, treed ik niet in een beschouwing over de verdediging van onzen archipel in zijn geheel, maar bepaal ik mij tot de defensie van Java echter niet zonder nadrukkelijk de aandacht te hebben gevestigd op de groote mogelijkheden die het luchtwapen biedt voor het veilig stellen van de voornaamste ^critieke'' punten. Het probleem kan dan op de navolgende wijze worden gesteld hoe kan het leger, dat een vrij groot eiland heeft te verdedigen en hiertoe slechts over geringe middelen kan beschikken zijn luchtstrijdkrachten het beste gebruiken voor het legerdoelver nietiging der vijandelijke grondstrijdkrachten? De in verhouding tot de beschikbare militaire middelen zeer uitgestrekte kustlijn doet al dadelijk de aandacht vallen op de beide reeds vermelde karakteristieke eigenschappen van het luchtwapen groote snelheid en actieradius, die een cordonop stelling overbodig maken. Alleen voor de luchtstrijdkrachten bestaat de mogelijkheid om, van een centraal punt uit, op het critiekste moment van de vijandelijke actie op te treden. Het aan het gebruik van luchtstrijdkrachten klevende nadeel van de slechts zeer tijdelijke wapenwerking, is bovendien bij den korten duur van het voor den vijand gevaarlijkste moment van het debarkement der landingstroepen juist veel minder voelbaar de omstandigheden zijn voor het gebruik van ons luchtwapen als gevechtsorgaan al bijzonder gunstig. Hoe wij ons nu verder den luchtaanval op landende troepen moeten voorstellen, op welk moment hij moet worden uitgevoerd, welke maatregelen tegen den vijandelijken afweer mogelijk zijn dit alles behoort eerder tot een tactische beschouwing en ik meen te kunnen volstaan met als mijn meening te geven, dat ■de beschikking over het luchtoverwicht niet pertinent noodza kelijk behoeft te worden geacht voor deze operatie. Toch zal de kans op succes zeer aanzienlijk stijgen, indien op dit oogenblijk door den jachtvliegdienst in volledige samen werking met alle overige luchtstrijdkrachten de strijd om het luchtoverwicht wordt aangebonden. Het luchtoverwicht zou het werkelijk voor ons bereikbaar :zijn? Ik meen van wel. 799

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 20