2 e dag.
Doordat een gedeelte van het detachement dien dag in gevechts
formatie oprukt, wordt het noodig bepaalde punten aan te wijzen
waar gefourageerd moet worden en moet dus weer tot het
systeem van hoofdverstrekkingsplaatsen worden teruggekeerd.
Voor de troepen, die aan den grooten weg zijn gelegen of in
de nabijheid daarvan, blijft autovervoer mogelijk, voor de anderen
moet het benoodigde met treinkarren van die hoofdverstr.plaatsen
worden afgehaald. Waar de treinpaarden dien dag praktisch
niets gedaan hebben, bestaat hierin ook niet het minste bezwaar,
doch de groote drawback is gelegen in de geweldige hoeveelheden
gras en brandhout die vervoerd moeten worden (2800 K.G. brand
hout en 3750 K.G. gras per korps, waarvoor alleen al 26 trein-
karladingen noodig zijn. De intendanten zullen bij het fourageeren
dan ook nauwkeurig acht dienen te geven welke korpsen het
verst verwijderd liggen, teneinde hieraan zooveel mogelijk hooi
instede van gras te verstrekken.
Wellicht zal het op die wijze mogelijk zijn het fourageeren
in een 2-tal ritten met treinkarren te doen afloopen, wat evenals
in het hiervoor besproken geval lll2 uur kost, terwijl de aan
den grooten weg gelegen korpsen in 2 uur geholpen kunnen zijn.
3de dag.
Gedurende dien dag zal wederom van hoofdverstrekkingsplaat
sen gebruik moeten worden gemaakt. De autoverplegingstrein
zal nu een afstand van 20 K. M. hebben af te leggen, de trein
karren van 5 K M. Hierbij is dus gerekend dat de hoofd-
verstr.pln. dien dag 5 K. M. naar voren zijn gebracht.
Voor de troepen die met autos te bereiken zijn zal de foura-
geering dus wederom in 2 uren afgeloopen kunnen zijn, terwijl
voor de overige korpsen een tijd van 7V2 uur moet worden
uitgetrokken.
Na den derden dag zal z/3 gedeelte van het detachement zich
weinig verplaatsen, terwijl ll3 gedeelte een omtrekkende be
weging uitvoert en dus in beweging blijft. >e verpleging kan op
dezelfde wijze geregeld blijven als in de vorige bladzijden is
aangegeven; alleen als het omtrekkende detachement buiten een
radius van 50 K. M. van het spoorwegeindstation komt, zal een
etappeauto-colonne moeten worden ingeschakeld en voor dat
detachement een etappe-auto-eindstation moeten worden ingericht.
Indien in de marschrichting van deze afdeeling een spoor-of tram
lijntje loopt, dat intact is gebleven, verdient het nog meer aanbe
veling van uit het spoorwegeindstation een verplegingstrein te laten
rijden tot een bepaald station, dat dan tijdelijk als secundair
spoorwegeindpunt wordt ingericht en vanwaar de verdere opvoer
naar voren met een afdeeling van den detachementsautotrein
plaats vindt.
819