II. Een officier van Inf. XV voor de verzamelplaats van marsch-
vaardige gewonden.
lia. Een officier van gez op het punt waar het paardepad naar
Tjibeureum den hoofdweg Leuwigadjah-Tjimindi verlaat.
III. Een regimentsarts met
1 wielrijder-ordonnans
IV 2Hulpverbandplaatsafdeelingen (1 voor Inf.
IV en 1 voor Inf. IX), elk bestaande uit:
a. staf:
2 off. van gez.
4 hosp. sold.
2 draagpaarden met geleiders
b per compagnie:
1 z.v.
4 hosp. sold.
Nota bene: De bataljons brengen elk slechts 2 compa
gnieën uit.
Op mijn verzoek ging dit keer niet een infanterieoefening voor
af, doch was de veronderstelling, dat er reeds bij het begin van
de oefening gewonden vielen en de geneeskundige dienst in
functie kwam. Door het spoedig terugwerpen van den vijand over
de heuvels, bereidde de regimentscommandant verder de moge
lijkheid, het afzoeken van het gevechtsveld en het afvoeren van
de gewonden des morgens te doen plaats hebben.
De oefening verliep zooals verondersteld. De gewonden wer
den voor wat betreft de eerste hulp, geholpen door het bij de
compagnieën ingedeelde personeel van de hulpverbandplaats-
afdeelingen 1 ziekenverpleger en 4 ziekendragers per compag
niewelke op 50 tot 150 meter de vooruitgaande troepen van
Blauw volgden. Zoo mogelijk verleende de mede vooruitgaande
jongste officier van gezondheid van het bataljon zijn bijstand,
terwijl hij tevens marschvaardige gewonden naar achteren zond.
Op zeker oogenblik bevond de jongste officier van gezondheid
van een bataljon zich op nog geen 5 meter afstand van den
vijand. In zijn ijver had hij uitsluitend gewondennesten gezocht
en niet voldoende op den vijand gelet. Bij oefeningen hoort men
wel, of hoorde men althans vroeger wel, dat het beoefenen van
voorzichtigheid onder vijandelijk vuur niet noodig was, omdat
in werkelijkheid het vuur de menschen tot voorzichtigheid zou
manen. De oorlogservaring heeft echter geleerd, dat in de span
ning van het gevecht de menschen handelen zooals zij geoefend
zijn, ze zijn als het ware geblokkeerd voor zelfstandig denken.
Oefenen in vredestijd is daarom eisch Overweging verdient de
vraag, of het gewenscht is, in den vervolge bij eenigszins groot
opgezette geneeskundige oefeningen hulpleiders te doen func-
tionneeren.
827