I. Te verwachten verliezen: o. Na opkomst voor mobilisatie verlies pi. min. 20 a 25 per 1000 tijdelijk of voorgoed ongeschikten zieken, welke in ziekeninrichtingen worden opgenomen gemiddeld 2 a 3 per 1000. b. In rusttoestand: te evacueeren zieken gemiddels 2 a 3 per 1000. c. Tijdens marschen: uitvallers bij gewone marschen 5 per 1000, bii gefor ceerde marschen 15 a 30 per 1000. d. In het gevecht: op 100 getroffenen zijn gedood: bewegingsoorlog 15, stellingsoorlog 21 gewond75, 77 vermistj0, 2 II. Te verwachten verliezen in den strijd: a. Oorzaak van de verwondingen 836 Oorlogen vóór 1914: door inf. vuur 75 art. vuur 25 Oorlog van 1914 1918: bewegingsoorlog s t e 11 i n g s 0 0 r 1 0 g in. vuur: 30% inf. vuur 16 »/0 g art. 58 °/0 art, ;j 76 0/ diversen 12°/0 diversen 8% b. Aard van de verwondingen 4 1 h 50 °lol ib?.rSt 9' 36 °/o' ruggeSraat 3> 24 °/0> buik 35 79 0/ b°VenSte ledematen 31 60 onderste ledematen Te rekenen gemiddeld per 100 op: on<HCbt' 35 middelmat'g en 15 zwaar gewonden, (terwijl 40 meer dan eenmaal gewond is). De verhouding tusschen gewonden en gaszieken varieert gewoonlijk in tegengestelden zin. Indien het aantal transportmiddelen voldoende is voor het aantal te verwachten gewonden, is het tevens vol doende voor den afvoer van gaszieken. c. Percentage der verliezen: aan zieken (epidemiën uitgezonderd) 2 a 3 per 1000- aan gewonden (dooden en vermisten niet inbegrepen)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 57