nevel gewoonlijk wazig is, blijft van den bovenrand van de foto
een strook ter breedte van 3 cM. buiten beschouwing.
Het op te nemen object (terreingedeelte) zal steeds ongeveer
in het midden van de foto moeten liggen. Bij gebruik van de normale
militaire camera's, is 1.000 M. de meest gewenschte opnamehoogte
voor overboordfoto's.
ad 1. De enkele o verboordfoto.
Een overboordfoto kan b.v. noodig zijn om een indruk te krijgen
van het terrein vóór een stelling of van het terrein, dat bij een
aanval moet worden doorloopen. Bij het verstrekken van een
desbetreffende opdracht, dient, in verband met het verloopen van
de schaal, nauwkeurig te worden opgegeven in welke richting de
foto moet worden genomen.
Waar een fotokaart voor den Alg. Bevelhebber en de Artillerie-
Commandanten van groote waarde kan zijn, zal de overboordfoto
vooral van belang kunnen zijn voor de lagere commandanten, in
het bijzonder om aan de hand van kaart en foto het terrein te
kunnen doorloopen. Vergissingen door onduidelijke of verouderde
kaarten zijn dan uitgesloten.
Zooals uit bijlage VII blijkt, wordt een overboordfoto uitgewerkt
als een fotokaart. In plaats van de schaal wordt evenwel de op
namehoogte vermeld. De bijlage laat zien, op welke wijze de onder
verdeeling van het ruitennet is aangebracht. In plaats van, zooals
op de fotokaart, gestippelde lijnen te trekken om de 10 mm. worden
deze onderverdeelingen op de overboordfoto om de 2 mm. op het
meest belangrijke gedeelte aangebracht. Aan de bovenzijde van de
foto, waar de schaal kleiner wordt, worden deze lijnen om de 4-8
of 16 mm. getrokken. De lijnen van het hoofdruitennet zijn getrok
ken, de onderverdeelingen worden op de foto met een dunne lijn
aangegeven, om de foto niet te onduidelijk te maken. Buiten de
foto zijn deze lijnen gestippeld.
Op een aldus uitgewerkte foto kunnen de coördinaten van een
punt tot 1 mm. nauwkeurig worden uitgezet. Voor een vergelijking
van foto en kaart kan eveneens van het ruitennet worden gebruik
gemaakt.
ad. 2). Het seriebeeld.
Is het op te nemen terrein grooter dan op één foto op de ge
wenschte hoogte kan voorkomen, dan wordt een seriebeeld gemaakt.
Bijlage VIII geeft zulk een seriebeeld weer. De foto's bedekken
elkaar weer voor ongeveer 1/3- Zooals uit de bijlage is te zien, kan
door de verteekening op de opéénvolgende foto's nooit een aan
eengesloten kaart gemaakt worden. De foto's worden dan ook een
voudig naast elkaar opgeplakt. Op iedere foto moet weer het ruiten
net aangebracht worden als op de enkelvoudige foto. (Aangezien
843