uitwerking is verkregen. Derhalve lange vuurperiodes en weinig vei plaatsing. Het groote nadeel van meegaan met de voorste lijn is n. m.m., dat slechts een deel van de beschikbare mitrailleurs vuurt en een ander deel aan het stellingverwisselen is. Het gevolg hiervan is, dat in de opgegeven strook de vuurbundel minder dicht wordt en de vuuropdracht eerst na veel langer tijd wordt volbracht. Ook de munitieaanvoer baart bij deze wijze van optreden veel zorg en is in vele gevallen zelfs onmogelijk. Verder zouden er zich bij het indeden van de mitrailleurs in de voorste lijn gevallen kunnen voordoen, dat juist op dat gedeelte van het aanvalsfront niet vol doende werk voor dat zoo krachtige wapen is, terwijl elders de steun van dat wapen onontbeerlijk is. Terugnemen uit de voorste lijn gaat dikwijls met vele bezwaren gepaard, en is men wat dichter bij den vijand, dan wordt deze handeling geheel onmogelijk. Een deel der mitrailleurs moet dan en door den gebrekkigen munitie- aanvoer en door het inzetten van deze wapens op frontgedeelten, die later blijken weinig weerstandbiedend te zijn, nagenoeg werke loos blijven. Geheel anders wordt dit, indien de mitrailleurs van achterwaarts gelegen opstellingen uit met hun vuur de aanvallende Infanterie kunnen steunen. De voordeelen hieraan verbonden zijn de volgende: 1. De vuursteun kan in de opgegeven strook naar verkiezing worden gegeven, daar waar de aanvallende Infanterie niet vooruit kan. 2. De mitrailleurs worden niet zoo spoedig de prooi van de Infanterie-batterijen van den verdediger. 3. De munitieaanvoer wordt vergemakkelijkt. 4. Daar waar in het N. I. L. het aantal mitrailleurs zeer beperkt is, men telkens aan enkele onderdeelen een nieuwe vuurop dracht geven kan, zoodra de eerste opdracht is volbracht. 5. Het vormen van een nieuwe vuurreserve wordt mogelijk ge maakt. 6. De bediening is rustiger en de schietuitkomsten daardoor veel beter. 7. Meer gelegenheid tot echarpeerende werking en stellingverwis seling bij ontdekking door Artillerie. Het meer achter blijven van de mitrailleurs bij den aanval eischt in geen geval een vuren met indirecte richting. Wel acht ik het noodzakelijk altijd een hulpmikpunt te plaatsen, aangezien in een modern gevecht groote kans bestaat, dat de doelen worden ver duisterd door het gebruik van kunstmatige nevel (hexiet). Den aanval te steunen met mitrailleurvuur van achterwaarts gelegen opstellingen moet echier ook niet worden aangenomen als een altijd geldend redmiddel. Dit is niet de bedoeling van mijn betoog. Het is slechts mijn bedoeling aan te toonen, dat deze wijze van inzetten meer voordeelen aanbiedt, dan het steeds naar voren medenemen van deze wapens. Het achterblijven van de 846

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 67