De vereeniging van het voormalige Marine-Instituut met de Aca demie, die in 1850 tot stand kwam, was niet van langen duur. Nadat reeds bij Koninklijk Besluit van 26 Juli 1854, No. 60, was bepaald, dat de opleiding tot adelborst le klasse, behalve aan de Academie, ook aan boord der oorlogsschepen kon plaats hebben, behaagde het Zijne Majesteit den Koning, bij Besluit van den 7den April 1855, No. 59, het volgende vast te stellen: le. dat voortaan de opleiding van jongelingen tot adelborsten der le klasse bij 's Rijks Zeemacht uitsluitend aan boord der oorlogsschepen zal geschieden; 2e. dat de jongelieden, die thans op de Koninklijke Academie voor de Zee- en Landmacht hunne opleiding tot adelborst le klasse genieten, die opleiding aldaar zullen voleindigen en 3e. dat de opleiding van jongelingen tot Ingenieur van de Scheeps- constructie en tot 2e Luitenant der Mariniers aan genoemde Academie zal blijven bestaan, onder voorwaarden, die later zullen worden vastgesteld en geregeld. Bij Koninklijk Besluit van 13 Februari 1857, No. 71, hield ook de sub 3 genoemde opleiding bij het einde van het studiejaar op, waardoor op 1 October d. a. v. de laatste elf adelborsten de Aca demie verlieten. Zoo zien we dan in 1854 het huidige Instituut geboren worden, 25 jongelieden werden met ingang van October als adelborst der 3de klasse geplaatst op „de Rijn" als wachtschip te Willemsoord gestationneerd. De adelborsten van Willemsoord hadden aanvan kelijk een blauwe kraag op het uniformbaadje, doch toen de op leiding te Breda was opgeheven is de roode kraag ook te Wil lemsoord ingevoerd. 4 jaar na de oprichting van het instituut te Willemsoord zien we de eerste 12 Adelborsten, die hunne opleiding geheel te Willemsoord hadden genoten met de „de Ruyter" voor een reis naar Oost-Indië vertrekken. Nog waren onze adelborsten niet in het gelukkig bezit van een gebouw aan den wal. Voor de oprichting van een gebouw tot huisvesting en opleiding der leerlingen van het Koninklijk Instituut der Marine, die zich nog steeds op een wachtschip be vonden in de plaats van de „de Rijn" was inmiddels „de Kortenaer" gekomen, werden geiden gevoteerd op de begroo ting van het jaar 1869. 20 Mei 1869 werd door den Minister van Marine de eerste steen gelegd voor het Instituutgebouw, dat in 1871 in gebruik werd genomen. PA.C. Naar: „Het gedenkboek K.M.A." „De Nederlandsche Zeemacht", door Backer Dirks. „De Nederlandsche strijdmacht en haar mobilisatie in 1914", door J. Kooyman. 785

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 6