op 4 dagen verlof aan het einde van het schietjaar." En wat komt
er op de buitenbezittingen van „met verlof gaan".
Thans wil ik nog iets ter sprake brengen, waarmede ik misschien
had moeten beginnen, n.l. met de vraag of de vizierindeeling van
geweer en karabijn wel juist is. Voor deze vraag te beantwoorden
moet ik eerst een tweede vraag stellen en wel: „Welke zijn de
meest voorkomende afstanden, waarop wordt geschoten?" Dit zijn
immers de korte afstanden tot 200 M. De afstand van 100 M. is
een zeer voorname plaats gaan innemen, dus is het dan ook niet
logisch, dat wij een vuurwapen bezitten, waarmede op 100 M. een
vizierschot kan worden afgegeven? Thans krijgt men op 100 M:
een verheffing van zegge 14 c.M. of populair uitgedrukt l/2 hand
breedte, op 150 M. wordt dat 1 handbreedte enz. Op deze wijze
wordt op het schietterrein het mikpunt t.o.v. de figuren aangegeven.
Dit is nu wel erg fraai op een schietterrein, waar alle figuren zich vrij
scherp afteekenen en dus gemakkelijk een mikpunt t.o.v. die figuren
aangegeven kan worden. Dit geschiedt dan normaal door den baan-
commandant. In de practijk zullen wij echter heel andere doelen
ontmoeten. Zoo zal men b.v. in begroeid terrein op eenigen afstand
een hand of een hoofd zien. Of doelen zooals een perioscoop boven
een loopgraaf uit of een klein schietgat in een muur. Dan moet de
man zelf zijn mikpunt gaan zoeken. In zoo'n geval zal zeer zeker
het kiezen van het juiste mikpunt meer gewicht in de schaal leggen
dan het richten zelf en ik betwijfel of de doorsnee soldaat in staat
is zijn juiste mikpunt te bepalen. Om dus de kans te vergrooten
het doel te raken, moeten wij een vuurwapen hebben, waarmede
op de thans gebruikelijke afstanden een vizierschot kan worden
afgegeven, dus waarmede het kiezen van het mikpunt vervalt.
Natuurlijk behoeft niet een vizier geconstrueerd worden, dat op
eiken willekeurigen afstand gesteld kan worden, maar verschillen
van 14 c.Af. tusschen mikpunt en doel zijn te groot.
De mogelijkheid van een vizierschot (standvizier) op 100 M.
zou al een groote verbetering zijn, een vizierschot op 75 M. en de
le verdeelstreep op 150 M. nog gunstiger. Dit laatste wordt tech
nisch misschien te bezwaarlijk, ofschoon door louter een hoogere
korrel aan te brengen waarschijnlijk al goede resultaten bereikt
worden. Dan kloppen de andere verdeelstreepen niet meer. Ja, er
zijn bezwaren, maar zou er geen oplossing te vinden zijn?
852