856 Revue d'Artillerie Juni 1929. Dr. R. Mercier wijdt een uitvoerig artikel aan„Le combattant aux prises avec les gaz", waaruit we het volgende gedeelte overnemen „Het gas in den toekomstigen oorlog. Vanzelfsprekend leidt de studie „van het gebruik van gas in den laatsten oorlog er toe om ook aan de „toekomst te denken. Zonder twijfel werd het gebruik van verstikkende „gassen verboden in het verdrag van Versailles, maar de verontrustende „ontploffingen aan de andere zijde van den Rijn doen vreezen dat dit verdrag „ais een nieuw vodje papier zal worden beschouwd. De Vereenigde Staten „hebben deze clausule niet geratificeerd en volstaan niet met een loutere „studie op papier. Hun Arsenaal van Edgewood houdt zich bijna uitsluitend „bezig met de studie en den aanmaak van rook- en stikgassen. Oppervlakte: „4000 hectare. Installatiekosten: 35 millioen dollar. Jaarlijksche begrooting: „1 millioen dollar. „Als wij voor onze soldaten een masker hebben, dat de oogen en de „ademhalingsorganen beschermt, dan ontbreekt ons toch nog een „huid- vernis," dat de naakte huid beschermt en een voor gas ondoordringbare „stof, enz." Het rapport van de delegatie van het centrale comité van het Fransche Roode kruis aan de Internationale commissie van het Roode kruis eindigt met de mededeeling: „De chemische oorlog zou slechts onmogelijk worden als de publieke opinie in alle landen er zich algemeen en heftig tegen zou verklaren". Wij voor ons betwijfelen of we zelfs dan nog gerust zouden mogen zijn, want de publieke opinie is immers in hooge mate afhankelijk van de omstandigheden en verstikkende gassen zijn zoo noodig in korten tijd aan te maken. Voorts treffen wij in deze aflevering aan een technisch artikel van den luitenant der Artillerie A. Duvignac7/>- par coups fiisants hauts" Revue Militaire Frangaise Juni 1929. De bekende luitenant kolonel Vauthier begint in deze aflevering een vervolgartikelLa defense antiaérienne des grandes unites." Aan de hand van berekeningen en beschouwingen komt schrijver tot een organisatie aan luchtdoelartillerie bij een divisie van 4 afdeelingen met paardentractie, waarbij gerekend wordt op een snelheid van verplaatsing van 8 km. per uur of van 2 gemotoriseerde afdeelingen, die een snelheid kunnen ontwikkelen van 20 km. per uur. Zou de divisie zich altijd in twee colonnes splitsen dan zouden slechts noodig zijn 2 afdeelingen met paardentractie of 1 gemotoriseerde afdeeling. Stilstaande of in het gevecht zou voor een normaal divisiefront slechts een groep luchtdoelartillerie zijn vereischt, terwijl om de divisie onder alle omstandigheden te kunnen volgen deze afdeeling met motortractie moet kunnen worden verplaatst. De meest oordeelkundige oplossing zou zijn een toevoeging van een afdeeling, welke zoowel met paarden als met motoren kan worden ver plaatst. Ten aanzien van de wapens van licht kaliber wordt gezegd dat een divisie dient te zijn uitgerust met een afdeeling van 3 batterijen a 6 stukken waarmede 6 secties van 3 stukken kunnen worden gevormd. Op deze wijze uitgerust zouden marcheerende divisiën voortdurend kun nen worden beschermd. Stilstaande of in het gevecht zouden de luchtdoel wapens dan bovendien in staat zijn de verdedigende kracht van de troepen in gevecht op te voeren en de verdediging verder naar achteren uit te strekken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 77