863
250—300 k g. en een aanvangssnelheid van het projectiel van 800 m2de
inf. geschut met een kaliber van 7,5-7,7 c.m., een gewicht van 400 kg.
en een dracht van 2500—3500 m. „Dit geschut nu moet wil het aan het doel
beantwoorden, een onafscheidelijk deel uitmaken van de infanterie, d. w z.
volledig onder de bevelen staan. Een indeehng bij de artillerie komt niet in
aanmerking". Verder wenscht schr. nog begeleidende artillerie, eveneens van
7577 c.m. en met een dracht van 60008000 m. „Deze rijke toebedeehng
aan artillerie beteekent voor de infanterie zonder twijfel een „Belastung die
echter levensvoorwaarde voor haar is en daarom niet te vermijden
H. H. Artilleristen verwijzen we nog naar een artikel in hetzelfde nummer
der Art. Rundschau: Anderungen am Aufsatz" van de hand van kapitein
Heilingbrunnerdie in „I. Erhöhung", „II. Seitenverschiebung en „III. Neh-
men der Seitenrichtung", verbeteringen aan de opzet bepleit.
Infanterie-bewapening.
Mavors, No. 6. Juni 1929. „De samenstelling en het gebruik van handgra
naat!) akketten.", lste luitenant B.A Sjoerdsma. „Uit dienaangaande gehouden
beproevingenis aangenomen kunnen worden, dat een uitwerking met hand-
oranaten tegen de rupsbanden en dan hoofdzakelijk op die van de lichte vecht-
wagens, eerst verzekerd is bij een tegelijk tot detonatie gebrachte hoeveelheid
inhoudende springstof van ongeveer 1000 gr
Schr behandelt de toepassingsmogelijkheid van de eihandgranaat No._ 3 en
noemt de volgende pakketvormingen, daarbij aangevende op welke wijze ze
kunnen worden samengesteld a. het open pakket; b. het geklemde pakket,
C' H ee res te ch nikNo. 2. juni 1929. „Das'' 47 m.m. Beardmore-Infanterie-
geschutz". Bijzonderheden omtrent dit geschut wijzen uit dat het bij u'^tek
geschikt is als anti-tankgeschut. Het kent twee vuurhoogten met en zonder
de raden, en in het laatste geval biedt het slechts een zeer klein doel (laag
doel). Enkele gegevens zijn
kaliber 47 m.m.
projectiel-gewicht 1,47 k g.
aanvangssnelheid proj 494 m/sec.
gewicht in vuurst. 238 k.g met raden,
id. id. 215 k.g. zonder id.
kanonlengte 1524 m.m.
kanongewicht 42,37 k.g. zonder
sluitstuk
8,8 k.g.
gewicht
max. drachl
6600 m.
lengte terugloop 67 c,m.
bij opstelling zonder raden
max. declinatie —10°
max elevatie +21°
bij opstelling op raden
max. declinatie —5°
max. elevatie +45°
zijdelingsch richt-
veld 40°
Infantry-Journal, Mei-Nummer 1929. Onder „Notes from the Chief of
Infanteryvinden we een kort artikel Mathews Machine-Gun Mont recommended
for Adoption." waarin een korte beschrijving van de nieuwe affuit voor mi
trailleurs wordt gegeven, welke zeer praktisch is ingericht voor het bevuren van
vliegtuioen. Een foto van het wapen op de affuit is in het artikel opgenomen.
Heerestechnik. No. 1, Mei 1929."Der Einflusz der technischenEntmcklung
des Gewehrs auf die Taktik der Infanterie", H. Schmidt. zie ook I.M.T. blz.
770) Schr vervolgt zijn artikel meteen bespreking van de verbeteringen die,
dank zij verschillende uitvindingen, in den loop der jaren aan het mf. geweer
werden aangebracht.
Wel grappin is te lezen wat schr. aanhaalt nl. dat men in de dagen vlak
na den Krimoorlog in allen ernst beweerde dat de dagen der artillerie geteld
waren, nu de infanterie, tot op 700 pas een gericht schot kon afgeven. (Rus
sische batterijen waren daardoor verrast en buiten gevecht gesteld). Schr. haalt
verder aan de verkeerde conclusies, die men in Oostenrijk trok uit de nederlaag
tegen de verbonden Franschen en Sardiniërs in 1859 in den slag bij Solfenno
na welken het kalibervraagstuk acuut werd.