865 Techniek. Militaire Spectator No. 5 Mei 1929. Belangstellenden verwijzen we naar een artikel van kapitein der art. C.A. Hartmans: Een nieuwe constructie voor een 8 tons-brug van den Varenden Pontontreindoor foto's en teeken.ngen verduidelijkt. Legervorming en organisatie. Mavors No. 6 Juni 1929. Kapitein J. D. van der Waalt bespreekt „De organisatie van ons nieuwe infanteriegeschuf. De naam zal z.jn »De compagnie mortieren van 8", waarvan de samenstelling is3 officieren89 onderoff. en minderen6 troepenpaarden; 15 voertuigen en 8 rijwielen. De compagnie telt 3 sectiën a 2 stukken. Het vervoer geschiedt met menschentrekkracht. To tale munitievoorraad per stuk bedraagt 117 projectielen, waarvan 42 proj. in 14 kistjes onmiddellijk beschikbaar en 75 in den korpstrein. Belangstellenden in de (Nederlandsche) legerorganisatie verwijzen we naar aan artikel van Res. majoor Dr. M. van HaaftenBeknopt overzicht der Reorganisatie ten dienste van den infanteristin hetzelfde Mavorsnummer. Artilleristische Rundschau. No. 2. Juni 1929. „1st die Einteilung dei Batterien in zwei Züge erforderlich undzweckentsprechend? kapitein Wagne, Is het noodzakelijk de 4 stukken nog altijd in 2 sectien m te deelen met bij iedere sectie zoo mogelijk een officier? De batterij moet in haar vuur een geheel vormen. We schieten tactisch niet met stukken of secties, doch net hatteriien" Schr. bepleit dan de voordeelen van een opstelhngj,van de 4 stuk ken der batterij in twee ongelijke deelen nl. 3 stukken voor het afgeven van vuur waar massawerking beoogd wordt, en 1 stuk voor het vuur op kle ne doelen en noemt de schiettechnische voordeelen van een 3 stukken-opstelling. De indeeling der batterij van 4 stukken in 2 secties is naar zijne meening volmaakt overbodig. Mil Wochenblatt. No. 47. Juni 1929. Die Neugliederiing des frauzosi- schen Heeres". Een overzicht wordt gegeven van de nieuwe organisatie van het Fransche leger, waar in vredestijd het legerkorps niet meer bestaat. Elk »r.eS'°" kan echter in oorlogstijd een korpsstaf leveren, waardoor ini dit opzicht de bevelvoering geen moeilijkheden zal opleveren. Bij elke der 20 divisies wordt bij mobilisatie een tweede divisie gevormd door inlijving der reserves. Naast de 20 divisies (waarvan er 6 versterkte divisies zijn) bestaan nog 5 cavalerie divisies en 5 luchtvaart-divisies. Verbindingsdienst. Mavors No. 6. Juni 1929. Eerste luitenant Hendriksz vervolgt zijn artikel Verbindingsdienst bij den aanval, (zie ook I.M T. blz. 694'. In hetzelfde Mavorsnummer een artikel van kapitein G. Stiirm: „De door den commandant van de compagnie infanterie te verzorgen verbindingen De verbindingsmiddelen waarover de Nederlandsche compagnie beschikt, worden als volgt beschreven A. Optische verbindingsmiddelen-. lste: 4 sluiters (en 2 prisma-kijkers); 2de5 lichtpistolen met bijbehoorende seinmumtie 3de: de teekens uit het veldd. voorschrift (punt 31) en uit de hoofd stukken I en IV van de „Aanwijzingen voor de opleiding der Infanterie 4dehet met de armen seinen in langzaam tempo van korte berichten in Morse-schrift; 5de grondlappen (per Mitr. Or. en Geweer Gr. bij voorkeur 4) 6devuurpijlen en potten bengaalsch vuur. B. Ordonnansen lste: de twee organiek ingedeelde ordonnans wielrijders; 2detijdelijke ordonnansen naar behoefte.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 86