•866 C. Geluidgevende verbindingsmiddelen Jste: trom-, hoorn- en trompetsignalen; 2de: tirailleurfluit, hoorntje van den comp. cdt. 3dealarmschoten 4de de menschelijke stem 5de: in den stellingoorlog diverse verbindingen van den Comp. cdt. welke gebaseerd zijn op het morse-seinen, b. v. met bel, gong, mitrailleurstooten, e. d. D. Telefoonverbindingen alleen in de Mitr. Cie. waartoe de Verb. afd. dezer comp. met eenig telefoonmaterieel dient te worden uitgerust. Schr. behandelt overigens het gebruik der middelen en de maatregelen op het gebied van den verbindingsdienst. Geneeskundige dienst. Bulletin beige des sciences niilitaires. No. 6, Juni 1929. Majoor-dokter Sillevaerts vervolgt zijn artikel: Le nouveau brancard du service de santéde i'armée beige" (zie ook I. M. T. blz. 779) en geeft thans een nauwkeurige be schrijving van de brancard Discry, met foto's en vele detailteekeningen. Stafdienst. All. Schw. Mil. Zeitung. No. 4. April 1929. „Befehlsgebung", majoor Frick. Schr. betoogt dat het nemen van het besluit het gewichtigste is, en daarnaast komt het geven van bevelen pas in de tweede plaats. „Het belang rijkste is en blijft steeds een bezonken oordeel over den toestand, daar moet dan het bevel als een rijpe vrucht uitvallen. Wie werkelijk heldere ideeën heeft, zal het gemakkelijk vallen, ze in een duidelijk bevel om te zetten degene, aan wien ze echter ontbreken, zal, ook al is hij nog zoo geschoold in het geven van bevelen, niets bruikbaars produceeren". Toch ziet schr. het groote belang van een behoorlijke bevelsuitgifte duidelijk in, hetgeen blijkt uit wat hij daar verder over zegt aan de hand van het voorgeschrevene in het voorschrift „Felddienst". In het Meinummer wordt het artikel vervolgd met lezenswaardige beschouwingen over het geven van bevelen voor: „Marschund Unterkunf" en „Gefecht", aan de hand van de desbetreffende punten inF.D. Intendance. Mavors, No. 6. Juni 1929 Kapitein-Intendant J.B de fongh geeft het slot van zijn artikel: „De Intendance en de dienst van den aan- en afvoer", (zie ook I. M. T. blz. 694). Moreele factoren, enz. All. Schw. Mill. Zeitung No. 4 April 1929. Kapitein Brunner geeft in: Gedanken Friedrich des Groszen iiber Offiziersflicht and Fiihrertum" een aantal uitspraken van den grooten Pruisenkoning, voor wien de officieren niet alleen de dragers waren van den geest in het leger, maar tevens de steunpi laren van den staat, reden waarom zijn werkzaamheid op het gebied van militaire en politieke opvoeding zich in de eerste plaats richtte tot de jonge officieren. Journal of the Royal United Service Institution, No. 494. Mei 1929- Morale and leadership Vlieger-luitenant E. Kingston-McGloughry biedt in zijn artikel zeer lezenswaardige beschouwingen over dit reeds vaak in de literatuur behandelde onderwerp en vergelijkt in het slot twee groote leiders met elkaar: n. 1. Wellington en Wolfe. Militaire Spectator No. 6 Juni 1929. „Eenige beschouwingen omtrent de moreele opvoeding van dienstplichtigen"luitenant-kolonel II. C. Rouffaer. Schr. haalt verschillende uitspraken aan van bekenden en geeft ideeën die ook voor anderen dan de tot het Nederlandsche leger behoorenden de overden king waard zijn. In het slot vinden we een opwekking tot het psycho-tech- nisch onderzoek, waarvoor de belangstelling van den troepenofficier blijkbaar nog altijd zeer gering blijft,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 87