867 Uitrusting. Heerestechnik. Meinummer 1929. Der leichte Fernsprechwageii In dit artikel troffen we aan een beschrijving van de in Dmtschland nieuw ingevoerde telefoonkar, welke de periode van de proefnemingen van 1926-l928 afskut. Het nersoneel bestaat uit 4 man, 2 op den voor-, en 2 op den achterwagen. De bespanning bestaat bij de infanterie en bij de piomerbataljons uit 2 paar den, bij de cavalerie uit 6 en overigens uit 4 paarden. Het voertuig weegt leeg' 740 K.g.vol uitgerust 1240 K.g. Oorlogsvoorbereiding. Heerestechnik. Mei-nummer 1929. Umstellung der Industrie aufKriegs- arbeit" Ir. Jahn. Als voorwoord bij dit artikel zegt de redactie van het tij schrift: Ook heden behoort nog tot de meest gewilde redenen van Frankujk, voor zijn weigering om te ontwapenen, het feit dat de na het einde van den wereldoorlog zich tegen verwachting snel ontwikkelende Du.tsche industrie in staat is in korten tijd een nieuw opgericht Duitsch leger van alle oorlogstuig van eiken aard, zelfs in den tijd van de meest gevorderde mechaniseering, te voorzien en te blijven voorzien. Hoe leugenachtig en onzinnig deze door de Parijsche hetzepers voortdurend herhaalde beweringen zijn, dat aan te toonen is het doel van dit van beproefde pen komende artikel". Remonteering, enz. Heerestechnik, Juni-nummer, 1929. Der Huf und seine Pflege Dr. Martelt. Schr. geeft beschouwingen over, en praktische wenken voor een juiste verpleging van de hoeven, waarvan de uitersl.ingewikkeldeanatomische bouw een zeer zorgzame behandeling en onderhoud eischt, wil men met dat zeer onaangename ziekten en daarmede vermindering van de arbeidsprestaties optreden. Versterkingskunst. Revue militaire suisse, No. 6, Juni 1929. „Un précurseur, le colonel I alius Meyer". Schr. geeft naar aanleiding van een artikel van den sedert (bij een spoorwegongeluk in Maart jl.) overleden bekenden generaal Normand in de Illustration": „l'Organisation défensive des frontieres", beschouwingen over' de theorieën van den Zwitserschen kolonel Julius Meyer, van 40 jaar o-eleden, die in dien tijd zooveel stof deden opwaaien en die hem den bijnaam bezorgden in het Zw. leger van „Panzermeyer". Deze theorieen, betreffende de pantserfronten, brengt schr. in herinnering, in verband met de actueele kwestie van de versterking van de Fr. oostgrens, meer speciaal bij Metz. Recruteering. La Revue d'infanterie. No. 440, Mei 1929„Oua-Féma, Moussa Kamara et compagnie, luitenant-kolonel Charbonneau. „De Fransche troepen van niet- Europeeschen landaard hebben in Frankrijk burgerrecht verkregen In het dagelijksch leven, zoo ook tijdens manoeuvres en gedurende den tijd, door gebracht in de oefenkampen, komen onze officieren en soldaten vaak in aanraking met die troepen en vooral met de Sénégaleezen, die er het hoofd bestanddeel van uitmaken, voor zoover die troepen thans in Frankrijk zijn gelegerd". Schr. wil daarom een overzicht geven van de wijze waarop men deze gekleurde troepen recruteert, hoe ze worden opgeleid en bovendien hun karakter en hunne zeden en gewoonten beschrijven, benevens hunne geestes toestand. Strijd tegen verzetslieden. Revue des troupes coloniales. No. 193. 1929. „Les tirailleurs sénégalais au Maroc en 1925", commandant O'Kelly. Een zeer levendige beschrijving wordt gegeven van de verdediging van Taounat, van den 29sten Mei tot den 17den Juni door het lste bataljon van het 10de regiment tirailleurs sénégalais,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 88