staat naast landmacht en zeemacht mag niet ondergeschikt wor
den gemaakt aan de leiding van een der oudere organen van de
weermacht. Maar aan den anderen kant behooren de luchtstrijd
krachten, waarvoor men een gebruik als wapen van leger en
vloot voorziet, rechtstreeks te staan onder het weermachtsorgaan
waartoe zij als luchtwapen behooren zij mogen geen deel uit
maken van de zelfstandige luchtmacht.
Dit alles klinkt heel eenvoudig. Toch vindt men deze inzichten
met verwerkt in de thans bestaande luchtmachtorganisaties, die allen
de Iuchtwapens van leger en vloot hebben opgeslokt. Ten minste
in naam Feitelijk is bijvoorbeeld in Engeland het luchtwapen van
de vloot weer geheel onder contröle van de Admiraliteit gekomen
waaruit tegenstanders van de „luchtmachts"-idée natuurlijk (maar
zeer ten onrechte) motieven zoeken tegen het bestaansrecht van
den zelfstandigen luchtoorlog. Het ontstaan van de luchtmacht
uit de Iuchtwapens en de noodzakelijkheid, die in oorlogstijd
bleek te bestaan tot eenhoofd ge leiding van de vliegtuigproductie,
nebben tot veel begripsverwarring aanleiding gegeven. Ik zal in
het ondervolgende nog nader op dit thema moeten ingaan, ten
einde te trachten ook voor onze omstandigheden uit de gegeven
principes een conclusie te trekken.
A, Het zelfstandige gebruik der luchtstrijdkrachten.
De moderne oorlog met onbeperkt doel beoogt het gewelddadig
opleggen van den eigen wil aan den tegenstander. Zullen de
luchtstrijdkrachten een zelfstandige plaats kunnen innemen onder
de verschillende vormen van de weermacht, dan dient er voor
hen een eigen weg te bestaan langs welken dit algemeene oor
logsdoel kan worden benaderd.
Dat alleen het leger in staat is om bedoelde pressie op abso
lute wijze uit te oefenen, n.l. door vernietiging van de vijande
lijke grondstrijdkrachten en de bezetting van het vijandelijke
grondgebied of de daarvoor in aanmerking komende centrale
punten, mag nog geen reden zijn om het bestaansrecht van den
zelfstandigen luchtoorlog te ontkennen ook voor de vloot is
immers de in laatste instantie absoluut werkende pressie uitge
sloten.
Welke is dan dit zelfstandige oorlogsdoel der luchtstrijd
krachten Heerschappij over het luchtruim, zooals het doel van
den inzet eener zeemacht het beheerschen van de zeewegen
moet zijn? Daarvoor zijn de luchtverbindingen van nog te weinig
economisch belang, terwijl het bovendien de vraag is of het
onbegrensde luchtruim, dat geen wegen of défilés kent, in dezen
zin ooit beheerscht zal kunnen worden. Maar er is een andere
weg, die rechtstreeks tot het oorlogsdoel kan voeren, al is de
verkregen uitwerking dan ook van zeer tijdelijken en intermit-
teerenden aard het bombardement van de vijandelijke centrale
788