3. GASMASKERVULLINGEN.
door
J. F. VAN KERVEL.
Eerste luitenant der Infanterie.
d"c'Skkeling van de z.g. itlfdie"SoSTn
heeft gelijken tred gehouden met de behoeften, die
oorlog^te voorschijn werden geroepen. Na den eersten gr
oasaanval met Chloor door de Duitschers in April 1915, gebruikte
men aanvankelijk eenvoudige gazen lappen, gedrenkt met i«ra
later in een oplossing met hypo of soda, waarm^e °P
nrimitieve wijze neus en mond werden afgesloten. In 1915 be
Stén de Engelschen over de z. g. „Pad-respirators'lestacmde
uit fi lagen katoen of flanel gedrenkt met hypo of soda, lat
met ricinusolie en ricinusoliezeep. Toen het phosgeen op he
aevechtsveld verscheen, werden de lappen geïmpregneerd m
natrium-phenolaat en later met het voor het eerst door de Russen
toegepaste urotropine." Met het gebruik van Blauwzuur, moest
basisch nikkelacetaat, later basisch nikkelcarbonaat Joegevoieg
worden. Bij de toepassing van traangassen, was bovendien
aanschaffing van een gasdichte(?) bril noodzakelijk.
Na 1915 beschikten de Franschen over een masker> waar
het gelaatstuk niet met chemicaliën gedrenkt was, doch wa j
de anti-stof in een aparte bus was opgenomen.
De bus bestond uit drie lagen
a. Zinkoxyde, Natriumcarbonaat en houtskool, gedrenkt in g y-
cerine.
b. Speciaal geprepareerde houtskool.
'-He^Mgtnferin'onze'bXhng een historisch overzicht te
geven vfn de verschillende anti-stoffen, die zoowel door de
Geallieerden als door de Centralen in den afgeloopen oorlog
crehruikt zijn Uit een dergelijk overzicht toch zou blijken
lis anthstof dienstdoende chemicaliën, meer en mee, verdrongen
werden door de z.g. gasmaskerkool. beknopte
Waar nu echter in het hierboven vermelde zeer Deioiupic
overzicht voor het eerst over „speciaal geprepareerde houtskool
gesproken wordt, willen wij eenige jaren 7J^aannnde"vindingen'
gasmasker-vulling-vraagstuk met na-oorlogsche ondervindinge
verder behandelen.
896