de afstand vanaf de voorkant van de bus, die immers evenredig
is met den verloopen tijd. De met strijdstof vermengde lucht
stroom doorloopt de kool in de richting van den pijl. In het
stadium dat de fig. 2 aangeeft, is de met dubbelgearceerde lijnen
aangegeven oppervlakte A. B. B, A„ dat deel van de kool dat
volledig met gas verzadigd is en dat dus niet meer aan de
adsorptie deelneemt, terwijl het oppervlak C. C, E, E. een weer
gave is van dat deel van de kool, dat tot nog toe niet met het
gas in aanraking is geweest. Alleen in de laag die aangegeven
wordt door het vlak A, B, C, C. heeft de adsorptie op dit
tijdstip plaats. Deze laag wordt daarom de werkende laag genoemd,
De kromme B,C geeft dus een beeld van het beloop der
adsorptie in de opeenvolgende lagen kool.
Als de adsorptie nu verder gaat, zal A,B,C,C., zonder dat de
afstand A,C verandert, vooruitschuiven naar EE, waarna het gas
door de vullingbus begint te lekken en de toestand intreedt, die
in beeld is gebracht in fig. 1.
c. Het activeeren van kool.
De edelste vorm waarin kool voorkomt is de diamant. Verder
komt de kool als graphiet en amorphe kool (anthraciet-steenkool-
bruinkool-turf) in groote massa's voor. De laatstgenoemde kool
soort is ontstaan door verkooling van plantaardige stoffen onder
afsluiting (onder de aardoppervlakte) van de lucht.
Onder actieve kool wordt koolstof verstaan, die onder bepaalde
omstandigheden op andere (chemische) stoffen of mengsels een
zekere werking kan uitoefenen, zonder zelf van chemische
samenstelling te veranderen. Een eerste eisch te stellen aan gas
maskerkool is dat zij amorph is. Zware koolwaterstoffen (en
teerstoffen) mogen niet in de poriën geadsorbeerd zijn, omdat
anders het adsorbtie vermogen tegenover strijdstoffen in belang
rijke mate zal verminderen.
Houtskool op gewone wijze verbrand heeft onvoldoende ad-
sorptievermogen om als vulling in een gasmaskerbus dienst te
doen.
Onder activeeren van kool wordt verstaan de structuur van de
oorspronkelijke kool dusdanig te wijzigen, dat de poreusiteit
verhoogd wordt, door nieuwe poriën te openen en bestaande
poriën grooter oppervlakte te geven Om een zoo goed mogelijke
kool als grondstof voor de activeering te verkrijgen moet de
verbranding bij zoo laag mogelijke temperatuur plaats hebben
en moet het hout in een betrekkelijk dunne laag uitgespreid wor
den. Heeft men aldus de best mogelijke kool gemaakt, dan
wordt zij onderworpen aan het activeeringsproces. De activeering
van kool kan op verschillende wijzen worden uitgevoerd.
Bij het activeeren met lucht wordt de kool in retorten gepakt
die, terwijl er lucht doorheen gevoerd wordt, tot 400° C. verhit
902