Het is duidelijk dat de kool, die de fijnste poriën heeft, dus het grootste oppervlak, diegene is, welke het meeste gas door directe adsorptie kan binden. Hoog geactiveerde cocoskool bezit veel fijne poriën. Het neemt daarom een groote hoeveelheid gas van lage concentratie op, die het meest te velde voorkomt en bindt het gas bijzonder vlug en snel Bij hoogere concentraties kan er bovendien gas opgenomen worden door diffusie in de gaslaag in de wijdere poriën totdat de kool daarmede volledig verzadigd is. Dat gedeelte van het gas wordt echter langzamer opgenomen en bij dalende concentratie afge geven. Een houtskoolsoort die betrekkelijk weinig poriën heeft bezit een kleiner adsorbeerend oppervlak. De hoeveelheid «as die bij lage concentraties geadsorbeerd kan worden is daarom betrekkelijk gering. Bij hoogere concentraties kan die houtskool soort wel nagenoeg evenveel gas opnemen als de cocoskool, maar het grootste gedeelte van de totaal opgenomen gashoeveelheid is los gebonden en wordt langzamerhand afgegeven, wanneer de evenwichtstoestand verschoven wordt bij dalende gasconcentratie. hen man wiens gasmaskerbus gevuld was met cocoskool alleen zou in de meeste gevallen beter geholpen zijn dan een wiens masker alleen met houtskool was gevuld De houtskool zal als een accumulator werken, die gas opzamelt als de concentratie hoog is om dit weer aan den man af te leveren indien het gas- gehalte in de lucht afneemt. Ook, en voornamelijk tegen lage concentraties zal de man met de cocoskool beter afzijn, dan die met houtskool. Hoewel het verschil tusschen de capaciteit der beide koolsoor ten met groot is, is de cocoskool toch in elk opzicht te verkiezen omdat de activiteit daarvan verreweg de grootste is. e. De afhankelijkheid van de temperatuur. De adsorptie neemt af bij stijgende temperatuur. Daarom is een gasaanval bij hooge temperatuur (in den zomer) veel ge vaarlijker dan bij lagere temperatuur (in den winter). Bovendien komt daar nog als voorname factor bij, dat bij hooge tempera tuur de gasdampen in de warme lucht beter opgelost worden zoodat de concentraties hooger worden. f. Onvolkomenheden van de kool. A. Kool heeft in 't algemeen een te geringe capaciteit tegenover de meest vluchtige strijd stoffen, vooral phosgeen en blauwzuur. Pe vluchtige gassen worden in 't algemeen onvoldoende vastgehouden. Reeds een verminderen der gasconcentratie ver oorzaakt toch dat weer gas wordt losgelaten evenals een gas met lager kookpunt grootendeels kan worden losgemaakt door een daaropvolgende opname van het gas met hooger kookpunt. Alleen ten opzichte van de minst vluchtige gassen voldoet plant aardige kool aan alle billijke eischen. 906

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 38