Deze Winkel kwam bij het Wapen der Artillerie, vermoedelijk omdat toen ter tijd dit wapen nog niet de voorname plaats innam die het heden in de bewapening heeft ingenomen. Het desbetreffende besluit van 8 Juli 1808 luidde. Zijne Excellentie in overweging genomen hebbende dat het voor Zijne Majesteit's Dienst in deze Kolonie ten hoogste noodig en nuttig zal zijn dat op Soerabaja alleen geëtabliseerd worde een Generaal Atelier van Constructie voor de armee in Indie, heeft goed gevonden te bepalen dat voor het voorgeschreven etablis sement tegen taxatie zullen worden ingekocht, de tuinen van den Pangeran van Soemenap, en dat daar ter plaatse zoowel de verschillende ateliers, als magazijnen en logementen der ambachts lieden zullen worden geplaatst. De eerste opzet bestond uit een zevental loodsen, welke later door steenen gebouwen vervangen werden. Men begon te werken met 200 werklieden, welke vermoedelijk afkomstig waren, althans voor een gedeelte, van het vroegere ambachtskwartier te Batavia, dat zich een zeer droevige befaamdheid had verworven bij den grooten Chineezenmoord in het jaar 1740. De Gezaghebber van den Oosthoek werd belast met den in koop der tuinen en gebouwen daarop staande, volgens billijke taxatie, en de Kolonel de Koek met de organisatie van het ge- heele etablissement. De ligging van de terreinen waarop deze fabriek verrees was vrij gunstig. De onmiddellijke nabijheid van de rivier, de kali Mas, maakte den aanvoer van de benoodigde materialen, en den afvoer van de afgewerkte producten, alsmede de afval, zeer gemakkelijk. Men vergete niet dat een spoorwegverbinding nog niet bestond. De eerste door Daendels benoemde Directeur was de Kolonel Frees. Hij stond rechtstreeks onder den Commandant van den Oosthoek, vormende een der drie militaire afdeelingen van Java. Boven zijn traktement ontving hij een daggeld. Ja een Kolonel met een daggeld van vier rijksdaalders zilver. Dit was een vorstelijke betaling voor een dergelijke verantwoor delijke betrekking. Maar de toenmalige Gouverneur Generaal zag in dat van deze werkplaats het wel en wee van het Leger en dus van de rust in deze gewesten afhing. Want wat is een soldaat zonder wapens en wat doet hij met kapotte wapens? Immers niets. Tusschen haakjes zij hier opgemerkt dat men het systeem van een toelage van den Directeur, die tegenwoordig de rang van Luitenant Kolonel kan bekleeden, alhoewel de verantwoordelijk heid met het bedrijf in omvang is toegenomen, heeft verlaten. Een uitgebreid personeel verlichtte den zwaren taak van den Directeur. Nevens hem waren geplaatst een tweede of onder directeur, twee opzichters over de tuinen en smidswerken, een 916

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 48