terwijl tevens in dit gebouw de modelzaal en de ververij zijn onder gebracht. De houtafval werd tot voor korten tijd verwerkt in de nabij gelegen gasgenerator, met welk gas een deel der fabriek van goedkoope brandstof zou kunnen worden voorzien. Ik kan niet nalaten, deze installatie aan de vergetelheid te onttrekken, en heb ze dan ook weergegeven in afbeelding 4. Het gas, dat het houtafval gaf heeft geen hooge verbrandings- waarde, terwijl voor de bijproducten geen voldoende afzetgebied was. De houtteer is van goede kwaliteit. Op de foto is de ketel met generator(links) en de gashouder (rechts) duidelijk te zien. Het principe om de afval te benutten voor gasfabrikage, waar mede de verschillende ovens gestookt zouden kunnen worden, is toe te juichen, als de resultaten in overeenstemming zijn met de verwachting waarvoor een apparaat moet dienen. Is dit niet het geval, dan laat men zoo vlug mogelijk dit beginsel varen. Het verkregen gas was niet goedkoop en kon het niet houden tegen het lichtgas, zoodat langzamerhand de ovens werden omgebouwd voor het stoken met lichtgas. De gasgenerator is dan ook buiten werking gesteld doch is als reserve gasleverancier steeds bedrijfs- waardig. Waar voor het zaagsel, wegens de afgelegen ligging, geen prijs kon worden gemaakt hoopte dit zich op tot een berg van eenige duizenden kubieke meters. Deze zaagselhoop is sedert kort met medewerking van de omlig gende kampoeng bevolking geheel verdwenen; tegenwoordig wordt eens per week het verkregen zaagsel door de zelfde bevolking, als brandstof in ontvangst genomen. De houtafval welke niet door de fabriek zelf als, directe brand stof wordt gebruikt, wordt tegen den geldenden marktprijs verkocht. In de onmiddellijke nabijheid van de houtwerkplaatsen zijn, in afzonderlijke gebouwtjes ondergebracht: de houtbuigerij en de drogerij, terwijl een speciale inrichting voor het beproeven van raden (art.) (raderen) ook in een aparte loods is geplaatst. In zeer ruime, moderne houtloodsen, achter de houtwerkerij is voldoende opslagruimte voor ongeveer 2000 m3 ruw en bezaagd hout. In de beide andere hall's, elk ruim 3600 m2 oppervlak beslaande zijn de metaalwerkplaatsen behuisd. In het meest zuidelijke gebouw, de ijzer-, koper- en alluminium- gieterij, de smederij en de koper- en blikslagerij, waarbij in een niet afgesloten gebouwtje de vertininrichting. In de middelste hall vinden we: de draaierij, de bankwerkerij, de geschutherstelwerkplaats, de instrumentmakerij, de lasscherij (autogeen en electrisch), de gereed- schapsafdeeling en de werktuigkundige afdeeling. 930

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 64