bij elkaar onder een onderwijzer moeten genomen worden, noch
dat deze groepen niet alle hetzelfde onderwijs behooren te krijgen.
Gezien het weinige beschikbare kader, zal het meestal aanbe
veling verdienen de k.m. schutters der afdeelingen (sectiën) te
splitsen in twee deelen en wel zoodanig dat de sectiecommandant
zelf neemt de hierboven onder le en 2e genoemden en de andere
schietonderwijzer de onder 3e en 4e genoemden. Voor wat betreft
de oefeningen die behandeld moeten worden bij de voorberei
dende schietoefeningen, wordt in de eerste plaats verwezen naar
art. 22. en 66, welke artikelen voor alle groepen gelden.
1. Hoe geoefend moet worden met de eerste 2 groepen (ach
terlijken en minstgeoefenden) blijkt uit het hierna volgende
overzicht van de voorbereidende oefeningen der recruten.
Voorts moet steeds nagegaan worden of met de manschappen
dezer groepen tijdens deze oefeningen moet gehandeld wor
den overeenkomstig art. 64 (gedeelte achter de komma).
Verder kan er niet genoeg de nadruk opgelegd worden, dat
de onderwijzer bij deze voorbereidende oefeningen niet steeds
weer van voren af begint, doch geregeld aanteekent waar hij
de vorige maal is gebleven.
Herhaling heeft slechts plaats in die gedeelten waarvan de kennis
nog onvolledig is.
le. zie art. 64.
2e. het richten art. 26. Denk aan art. 27 (9) en (10), (11), (12),
(13) en vooral (15).
3e. drukpunt nemen en doordrukken (zonder richten) art. 29.
4e. (met 30, art.
33 (7) en (8).
Zie vooral art. 30 (2) en (5). De oefeningen in art 30 be
hooren tot de belangrijkste van het schietvoorschrift,
5e. Afwijkingen bij het schieten. Bepalen van het mikpunt art 31.
6e, Art. 32 (4), (5), (6) niet te vergeten art. 32 (7) en letten op
art. 17.
7e. Het vullen en het ledigen van het magazijn. In alle hou
dingen. Bij gebruik van exercitiepatronen zie art. 17 en bij
voegsel R. 1.
8e. Het vaardigmaken art. 34 (2) en Bijvoegsel R. I. In alle
hrudingen.
9e. Voorbereidende aanslagoefeningen art. 43 t/m 46. Let op
noot (1) op bladzijde 37.
Het den man bijbrengen van een goede, hem passende aan
slaghouding.
Eigen oefening van den man art. 45 en art. 44 (6).
Zie ook bij art. 46 (1) wat daarbij van den rechterarm is
bepaald.
Deze oefeningen in alle houdingen te beoefenen.
937