941 b. de verdediging van Soerabaja te land tegen Iandingsdivisieën van kruiser-eskaders die in den archi pel kunnen worden verwacht, de bescherming van de haven van Tandjong Priok tegen een actie van enkele schepen, die zich meester zouden willen maken van die haven voor eigen gebruik, 7. 8. Als bijzonder kwetsbare punten bedoeld in het slot van punt 3, worden voor het tegenwoordige beschouwd de plaatsen van opslag en verwerking van zware (stook) olie: Tarakanen Balikpapan. Te hunner bescherming zal met gebruikmaken van de in die plaat sen aanwezige personen, die inge deeld zijn bij de Europeesche mili tie, een troepenmacht van vol doende sterkte, ernstig verzet moeten waarborgen tegen ge welddadige pogingen, met be perkte middelen ondernomen, om zich van die voorraden meester te maken, en indien de over macht daartoe dwingt, de tijde lijke vernietiging van de voor raden moeten verzekeren. Indien Nederlandsch-Indië on danks het ernstig pogen om buiten den oorlog te blijven, daar in toch betrokken wordt, zal de aanwezige weermacht met de voorhanden middelen zich zoo goed mogelijk tegen elke bezet ting van ons gebied verzetten, in afwachting van den steun, die ons mocht worden verleend. De punten Soerabaja en Tandjong Priok zijn hier slechts genoemd om daarop speciaal de aandacht te vesti gen. De bedoeling is, dat op het eiland Java de handhaving van de neutraliteit in de eerste plaats ge schiedt door de landmacht. De uitdrukking „landingsdivisiën van kruisers-eskakers" is hier slechts gebezigd om elke gedachte aan deug delijk voorbereide en uitgeruste on dernemingen tot vervoering op blij vende vestiging op Java af te snijden. Men richte zich dus bij het organi- seeren der middelen uitsluitend op nevenondernemingen van belligeren- ten en dan nog op bepeikte schaal. Regeering lichte hierbij nog toe, dat aan de hand van de verdere inter pretatie voor een deskundige valt te concludeeren, dat moderniseering van het leger, of althans van deelen daarvan noodzakelijk blijft en ook dat eruit de geruststelling kan vol gen, dat geen gevaar bestaat, dat de Regeering de artillerie tot een enkele batterij of tot niets zal ver minderen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 75