947 oeieningen niet 2 partijen in de garnizoenen". Het artikel behandelt den scheidsrechterlijken dienst in verband met het daaromtrent voorgeschrevene in het (Ned.) Voorschrift Manoeuvres en Kader oefeningentoegelicht met voor beelden. Opleiding. Mil. Wochenblatt. No. 1 Juli 1929. Der Reitlehrer", Gen. majoor Bn. Digeon de Monteton. Een korte doch lezenswaardige beschouwing over het geven van rijlessen, met nuttige wenken voor instructeur en leerling. Mavors. No. 7 Juli 1929. Twee dagen op verkenning met de Fransche cavalerie (5 en 6 November 1918)". Ritmeester J. E. Feenstra vervolgt zijn beschrijving van de verrichtingen van een peloton Fr. cavalerie in de laatste oorlogsdagen, een leerzaam en bovendien zeer interressant gegeven, waar we de aandacht op vestigen omdat het zich goed leent voor bespreking met het kader der cavalerie en dan zijn nut kan hebben voor de opleiding. Mil. Wochenblatt No. 48 Juni 1929. Onder „Aas der Werkstatt der Truppe" troffen we aan een artikel van den generaat-majoor Bn. Digeon von MontetonMenschen- and Pferdedisziplin", waarin zeer lezenswaardige beschouwingen over de africhting en de toepassing van bepaalde hulpen in bijzondere omstandigheden. Onder hetzelfde hoofd nog een artikel„Sandkastenunterricht" van G. K. (n.a.v. „Der Sandkasten" in M. W. No. 44), waarin de schr. achtereenvolgens behandelt: de voorbereiding voor het onderricht, de terreinvoorstelling, de voorstelling van den vijand en de doorvoering van het onderricht. Voorschriften. Cdt. Z. vervolgt in La Revue d'infanterie No. 449 van Mei 1929 zijn artikel: „Le nouveau reglement de 1' infanterie", waarin thans het tweede deel, hoofdstuk VI „Organisation de 1'instruction pour le combat" en Vil „Le soldat au combat.-Combat des différentes unités" besproken worden, (zie ook I.M.T. blz. 770). Militaire Spectator. No. 7. Juli 1929. Het voorschrift: Artillery Trai ning", Volume III, War", Eerste Luit. P. L. G. Doorman. Schr.'s bedoeling is het „na te gaan, hoe men zich in Engeland voorstelt gebruik te maken van de beschikbare artillerie gedurende de verschillende phasen van aanval en verdediging" aan de hand van bovengenoemd in Juni 1928 verschenen voorschrift. Na I. Inleiding, worden verder behandeld: II. De aanval; 111. De verdediging en IV. Verdere bepalingen. Het geheel geeft een duidelijk overzicht van de in Engeland geldende beginselen. Tactiek. Mil. Wochenblatt. No. 1. Juli 1929. „Zusammenspiel von Feuer and Bewegung". A. V. I. III punt 211 eischt dat het vuur der zware mitrailleurs tijdig in verband wordt gebracht met het voorwaarts rukken der lichte mitrail leur- en geweergroepen, en F. u. O. punt 288 van VI zegt„De vooruitsnel lende groepen kunnen nooit den vuursteun ontberen overigens moet deze, waar hij bestaat zooveel mogelijk worden uitgebuit. Terwijl een groep voor- uitstormt, houden de naburige groepen, verder de zware mitrailleurs, mijnen- werpers en het infanterie-geschut de vijandelijke weerstandsnesten eronder." „Deze bepalingen, die nog door andere in het A. V. I. worden verduidelijkt, vinden over het algemeen onvoldoende aandacht. „Schr. geeft daarvoor de redenen aan en geeft zijn inzichten hoe moet worden opgetreden, daarbij erop wijzende dat vuursteun door flankeerend vuur, hoewel de samenwerking daarbij veel moeilijker is, waar mogelijk moet worden toegepast. Mavors. No. 7 (Juli) en No. 8 (Augustus) 1929. „Nogmaals de samen werking van invanterie en artillerie" door majoor van den gen. staf. W. F. Sillevis zie ook I. M. T. blz. 497). „Men kan eerst spreken van een juiste samenwerking, wanneer infanterie- en artillerievuur te zamen een harmonisch

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 81