948 geheel vormen, waarin elk vuurwapen de toepassing vmdt, waarvoor zijn kracht en vermogen hem geschikt maken; hierbij onder infanterie natuurlijk te verstaan ook de rechtstreeks te harer beschikking zijnde hulpmiddelen als kanonnen van 6 veld, mortieren van 8 en mitrailleurs". Schr. waarschuwt nog eens met kracht tegen een te vroegtijdig en onnoodig steun vragen door de infanterie aan de daarvoor aangewezen artillerie, mede naar aanleiding van het artikel* L'ajustage des feax et la manouweLa liaison est-elle possiblevan oeneraal de Barbeyrac de St. Maurice, verschenen in de Revue militaire francaise. We bevelen het artikel, waarin tevens een voorbeeld uit den we reldoorlog wordt besproken, ten zeerste ter lezing aan. Militaire Spectator. No. 7. Juli 1929 Het voorwaarts gaan der infan terie op het gevephtsveld", majoor T. Beets. „Zooveel mogelijk manschappen moeten komen in de stelling van den vijand. Hoe is dit te bereiken? Door ze bij hun opmarsch naar de vijandelijke stelling zooveel mogelijk te sparen. Hoe kunnen we hen sparen? Door aan hen, gedurende hun opmarsch, zoo veel doenlijk dekking te geven tegen het vuur van den vijand, aanvankelijk gezichts- z.m. vuurdekking, later, wanneer de koite afstanden worden bereikt, vuurdekking". Schr. volstaat met aan te geven de wijze van voorwaarts gaan van een groep, i.e. een lichte mitrailleurgroep, waaruit gemakkelijk de wijze van terreinwinnen van andere eenheden kan worden afgeleid. Daartoe verdeelt hii den afstand van 2000 M. in afstanden van: a. 2000-1000 M.b. 1000-500 M.; c. 500- 300 M.d. 300- 50 M.; en e. 50 M. tot het binnendringen in 's vijands hoofdweerstandsstrook voor welke perioden het voorwaartsgaan van de groep steeds verschillend is. Bij de vredes- opleiding kunnen deze perioden als afzonderlijke oefeningen worden door- loopen. „Bij onze oefeningen gaat alles over het algemeen veel te snel, wil men te veel doen in korten tijd, waardoor de verschillende handelingen de werkelijkheid van het gevechtsveld niet nabootsen". Schw. Monatschrift für Offiziere aller Waffen No7. Juli.1929->^mpf- wagentaktik", Eerste luit. M. Ruschmann (zie ook I.M T. blz..8613)Schr. geet. het slot van dit artikel en behandelt thans: „Die Verteidigung" en „Kampf- Of verder naar achteren of tot een onmiddellijken stoot naar voren be schikbaar zijn vechtwagens voor den commandant de belangrijkste reserve om vijanden keTechtwagenaanvallen te bestrijden. In den regel zullen bij de ver dediging de vechtwagenverbanden niet versnipperd worden „Voorpassieven tegenstand zijn vechtwagens niet geëigend. Tegenaanval, tegenstoot en vecht- wagenafweer zijn hunne opdrachten in de verdediging. Terwijl bij den inzet voor den tegenaanval dezelfde beginselen gelden als bij den aanval vereischt het gebruik bij den tegenstoot bijzondere overwegingen. Bij den afweer geeft schr. nog aan hoe de verdediger vijandelijke vechtwagens kan laten doordringen" tot zij gekomen zijn buiten steunbereik van de artillerie van den aanvaller en dan door de vechtwagens, in terrein dat zich daartoe bij zonder eigent, tot een ongelijken strijd gedwongen kunnen worden. We het artikel bevelen gaarne ter lezing aanmen leze het echter cntisch. Mil. Wochenblatt. No. 3 Juli 1929. „Taktik and Truppenführung in kriegsgeschichtlicken Beispielen". Het eerste artikel van de serie °n&DeMscie°Eivan generaal v. Altrock, wijst op het verderfelijke vaTdfin1918 door de D. gevolgde methode de versche tenenen aan hun eigen aanvoerders te onttrekken en onder vreemd commando versnip pent in te zetten. Met alle bedenkelijke gevolgen daarvan. Het hier behandelde wordt uitgewerkt in: „Zmschen Valen ciennes and Mons mit der 28-Reserve Division im Oktober-November 1918". Mil Wochenblatt. No. 48 Juni 1929. Gegenstosz-Gegenangriff De tegenstoot stelt den troep bijna steeds voor een buitengewoon zware opdrachthij vormt een strijd waarbij de troep aanval en ver dediging tegelijk goed beheerschen moet. Van den aanvoerder vordert

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 82