951
mijnenwerpers. De aandacht wordt gevestigd op het feit dat tot dusver nog
niet bestaat een zelflaadgeweer, dat aan de eischen van bruikbaar oorlogswapen
voldoet." Een volmaakt wapen „an sich" is dood eerst de drager, zijn mo-
reele kracht, zijn opleiding, zijn geoefendheid in het gebruik van het wapen
geven er het leven aan. Van deze factoren hangt in wezen het succes van het
wapen af.
La Revue d'infanterie. No. 440. Mei 1929. In de Chronique des revues
militaires étrangeres" vinden we vermeld de veranderingen die in Italië plaats
hebben wat betreft de infanterie-bewapening (invoering nieuwe karabijn, ge
weergranaten). In beproeving zijn twee lichte mitrailleurs, de Fiat 1926 en
de Bréda 5 C; een van beide zal den bestaanden lichten mitrailleur S. I. A.
vervangen. Beide hebben kaliber 6,5 m.m., houders van 20 patronen, vuursnel-
heid van 300 schoten per minuut. Het gewicht bedraagt respectievelijk 13,45
en 12,835 K.G. Verder nog een beschrijving van den zwaren mitrailleur Fiat
1914, die gehandhaafd blijft.
Artillerie.
Mavors. No. 8. Augustus 1929. De terreinmeetdienst"Eerste luit. J. D.
Schepers. „In een modernen oorlog zal de artillerie in de meeste gevallen
haar uitwerkingsvuren moeten afgeven, zonder dat, door voorafgaand inschieten,
fouten in richting en afstand kunnen worden verbeterd". De terreinmeetdienst
bepaalt nu zoodanige gegevens voor den batterij-commandant „dat het nauw
keurig bepalen van het nulpunt en het juist geven van de eerste richting op
eenvoudige wijze kan geschieden." Schr. bespreekt achtereenvolgens: A. De
instrumenten. B. De afzonderlijke verrichtingen en C. De uitvoering van de
werkzaamheden bij het in stelling komen van een afdeeling, in verband met
de verrichtingen door den terreinmeetdienst.
Schw. Monatschrift für Offiziere aller Waffen. No. 7. Juli 1929. Onder
„Einige Resultate des Artillerie-Nachrichtendienstes iru Weltkrieg" vinden we
eenige gegevens over resultaten in den werldoorlog bereikt met geluid- en
lichtmeetdienst, ballon- en vliegtuigwaarneming.
Gasoorlog.
Mavors. No. 7. Juli 1929. „Hoe de burgerbevolking in Rusland eu Polen voor
den gasoorlog wordt geoefend". Een beschrijving van een gasmanoeuvre van
3 op 4 Juni 1928 in Leningrad benevens een beschrijving van doel en werken
van de „Gasschutzgesellschaft" in Polen, een vereeniging die moreel en ma
terieel door de Regeering wordt gesteund.
Militaire Spectator. No. 7 Juli 1929. Bescherming der burgerbevolking
tegen den chemischen oorlog". Generaal-majoor N. Schrijver vervolgt zijn
artikel (zie ook I.M.T. blz. 864) met een beschrijving van de 2e zitting van
de internationale commissie van deskundigen voor de bescherming der bur
gerbevolking tegen den chemischen oorlog, te Rome van 22-27 April 1929.
Hierin worden verwerkt de verschillende rapporten door diverse deskundigen
ingediend en wel1 Ontsmetting van water, dat door gassen besmet is2.
De mogelijkheid van het voor het gebruik geschikt maken van met gas be
smette levensmiddelen3. Een ingediend ontwerp van een uit te schrijven
prijsvraag omtrent een betrouwbaar reagens vooryperiet; 4. Een gasbescher-
mingsapparaatten gebruike van de burgerbevolking; 5. De vormingvan hulp
ploegen voor de gaszieken; 6. De vorming van instructie-kader; 7. De for
matie en de instructie van ontsmettingsploegen en haar materieel8. De
instructie van de burgerbevolking door conferenties, vlugschriften en films9.
De maatregelen tot de oplegging en de conserveering van neutraliseerende
stoffen in de schuilplaatsen; 10. Het gebruik van particuliere gebouwen voor
de bescherming der burgerbevolking; 11. Een collectieve schuilplaats; 12. Een
uitgewerkte kostenberekening voor de bescherming van een stad van een
millioen inwoners. Als aanhangsel volgt een communiqué van het Internatio
nale Roode Kruis-Comité.