ring van de Rifaansche voorhoede, waarbij zich de Ghezaoua, Ghomara en Beni Ahmed gevoegd hebben. Den volgenden dringen de Chleuh's (74) hun gebied binnen en sluiten de Bern Mestara, alsmede de Oostelijke Beni Zeroual zich bij de indringers aan. Den 14den moet de Cherif Derkaoui, commandeur in de orde van het Legioen van Eer, zijn zaouia van Amjott, na hardnekkigen tegenstand geboden te hebben, verlaten en naar Tafrant vluchten. Den 16den is het geheele gebied der Beni Zeroual in het bezit van Ould Mhamed, den broeder van den amrar, en worden de eerste schoten met de Fransche posten gewisseld. Den 17den vertoonen zich reeds mokhazni's van Ould Mhamed in de om streken van Souk el Arbaa de Tissa bij de Hayaina en de Che- raga die zij niet zonder succes tot verzet trachten over te halen. Den' 18den wordt de kaid der Ouriaguel (niet te verwarren met de Beni Ouriaghel) met het mes op de keel gedwongen zi]n stamgenooten te gelasten zich bij den opstand aan te sluiten. Denzelfden dag worden de posten Taleghza en Bibane ingesloten. De Jaia, Oostelijke buren van de Ouriaguel, komen den 21sten in verzet en propageeren den opstand naar het Oosten, waar achtereenvolgens de Senhadja van Mosbah, de Mtioua, de Chioua en naar het Z. de Mezraoua, de Mezziat en de Sless de bewe ging volgen. Zelfs sluit een deel der Hayaina zich daarbij aan, zoodat de opstand in de laatste dagen van April reeds op den Z oever van de Ourgha vasten voet heeft verkregen. De posten tusschen de O. Aoudour en de boven-Ouergha hebben geen ver binding meer met het achterland. Het bataljon van den majoor Combes wordt aan de Ouergha bij Kelaa des Sless in het open veld omsingeld4 escadrilles steunen het vanuit Fez onafgebro ken twee dagen lang, tot de colonne-Noguès het uit zijn benar de positie verlost. Een detachement pontonniers wordt boven- strooms van Ourtzagh aangevallen, moet zijn pontons in den steek laten en met de bajonet zich doorslaan, tot het door de colonne-Noguès wordt opgenomen. Den 28sten April worden de posten Aoudour en Tafrant ingesloten, de post Mghala bestormd. Den volgenden dag bedreigen de Rifanen de verbindingen van Souk el Arbaa de Tissa met Ain Aicha en Amelil. Zrarka, aan het voetpad van el Arbaa naar Amelil, is door hen bezet. Zij staan nog maar 40 K.M. van Fez; weliswaar dwingen de escadrilles van het 37ste regiment vliegeniers hen uitsluitend bij nacht te marcheeren, maar zij naderen Fez bedenkelijk dicht en onder invloed daarvan nemen de Fichtala, Beni Mesguilda, Hayaina, Tsoul en Branes een weifelende houding aan en begint het onder de bevolking nabij Fez en Taza te gisten. (75) Het „Frappez 876 Scheldnaam voor Rifanen. P) Fez, tout impregnée de mystère, son mystere n est-il pas accru du fait, que le 28 avril dernier, les Rouafa 1' approchaient de 30 k.tn.? Abd el Knm fils ducadi de Melilla, ancien étudiant a l'université de Karouine 1 homme qui a su capturer Raisouli, jouit d'une grande autorité. 11 semble que depuis les rephs

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 8