1050 'iaviation. Als gevolg daarvan moeten genie-eenheden of secties niet of slechts bij hooge uitzondering en dan voor opdrachten van korten duur onder de bevelen van andere wapens komen)verder de luchtvaart, de luchtafweer, vechtwagens, den gasoorlog, het gebruik van rook en nevel. Artilleristische Rundschau. No. 3. Augustus 1929. Der Artillerie-Ver-- bind.un.gs-Offizier im Stellungkrieg", kol. Lange. In dit artikel vinden we behandeld in algemeenen zin de beteekenis van den A. O. V. en vervolgens meer speciaal zijn taak in den stellingsoorlog. We volstaan derhalve met de -vermelding van het artikel. All. Schweizerische Mil. Zeitung No. 8. Augustus 1929. „Ueber Artillerie- Verwendung". Aan de hand van F. D. punt 214 bespreekt schr. in hoofdstuk D „Artilleristisches Schwergewicht im Angriff', waarbij hij komt tot de volgende conclusies: 1. de artillerie moet daar worden ingezet, waar zoowel voor waarneming en uitwerking der art. als voor het infanterie-gevecht de gunstigste omstandig heden bestaan. 2. de latere verlegging van het artilleristische zwaartepunt van een reeds in een bepaald terrein gebonden art., veroorzaakt technische moeilijkheden, tijdverlies en daarmede overeenkomende onnauwkeurigheden hij het treffen; 3. de aanvoering der artillerie staat voor de moeilijkste en tijdroovendste opdrachten, wanneer gedurende het gevecht een nieuw artilleristisch zwaartepunt gevormd moet worden in een neventerreinstrook, door een artillerie-groep die reeds in een andere strook gebonden was. Artillerie-techniek. Artilleristische Rundschau No. 3. Augustus 1929. „Die österr. ungar, schweren Mörseimajoor Dr. Heigl. Schr. geeft op de van hem bekende nauwkeurige wijze een beschrijving met teekeningen en foto's toegelicht, van den 24 c. m. belegeringsmortier M. 98 (die tot de invoering van het veldgeschut Model 05 het eerste en eenigste kanonterugloopgeschut van het veldleger -vormde); den 30,5 c. m. morrier Model '11, den 42 c. m. kusthouwitser, den 36 c m. houwitser M. 16. We nemen de volgende gegevens over: 24 c. m. mortier Model '98. 30,5 c. m. mortier Model 11/16. 38 c. m. houwitser Model 16. kanonlengte kanongewicht lengte terugloop vert. schootsveld gewicht in vuurst. proj. gewicht max. V„ max. dracht max. gasdruk zij del. richtveld vuurhoogte gewicht affuit gewicht bedding 2180 m. m. 9 kal. 2162 k.g. 320 m. m. 0° tot 65° 7040 k.g. 133 k.g, 258 m /sec. 6500 m. 3050 m.m.= 10 kal. 5930 k.g. 510 m.m. 0° tot 75° 18700 k.g. 382/287 k.g. 9600/11000 m. 2600 atmosf. 120° met bedding 16° zonder id. 17 kalibers. 20700 k.g. 1000 m. m. 40° tot 75° 81700 k.g. 740/600 k.g. 510 m./sec. 15000/16300 m. 2700 atmosf. 360" 1850 m. m. 17600 k. g. 43400 k.g. In hetzelfde tijdschrift nog een artikel van majoor Sorsche: Zwei Flugab- fvehrgeschiitze in Kreuzlafette". Hierin vinden we beschreven (eveneens toe gelicht met platen) het 8 c. m. Bofors-luchtafweerkanon L/50 en het 7,5 c. m Schneider-luchtafweerkanon L/40, dit laatste in drie uitvoeringen. We vonden <de volgende gegevens vermeld:

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 104