u. 1051 8 c. m. Bofors L/50 7,5 c. m. Schneider in de 3 uitvoeringen. gewicht in vuurst. gewicht in marschv. toe stand gewicht kanon sluitstuk kanonlengte verticaal schootsveld zijdel. richtveld vuurhoogte spoorwijdte affuitraden middellijn raden breedte radbanden proj. gewicht (gr. met mech. buis) lengte projectiel gewicht springlading gewicht ledige huls gewicht lading maximum V0 maximum gasdruk maximum dracht mondingsenergie 3100 k.g. 4000 k.g. 800 k.g. 4 m. 50 kal. 3° tot80° 360° 1,30/1,65 m. 1,50 m. 1,4 m. 0,24 m. 8 k.g. 4,7 kalibers. 0,55 k. g. 2,77 k.g. 1,9 k.g. 750 m./sec. 2300 atm. 9700/14500 m. 228 meterton. 2000 2650 2900 k.g. 2900 3800 4000 k.g. 3 m. 40 kal. 0° tot 90° 360° 6.5 k.g. (a) 5.6 k.g. (b) 700 850 920 m. (a). 850 920 m. (b). 9500/14500 m. The Coast Artillerie Journal Augustus J929. We vestigen de aandacht op twee artikelen n.l. Progress door kapitein Gordon B Welch en Modern Antiaircraft door kapitein G. M. Wells beide handelend over de groote vor- deringen, die de luchtdoelartillerie heeft gemaakt, waarin ook de modernste richtmiddelen, geluidzoekers en zoeklichten worden besproken. C. Infanteriebewapening, Mil. Wochenblatt. No. 3. Juli 1929. „Bedingungen fiir ein neues ameri- kanisches Infcinteriegewehr". Dr. F. Mouths geeft beschouwingen over de prijsvraag in Amerika uitgeschreven voor een nieuw inf. geweer, dat half- automatisch moet worden en dat overigens moet krijgen: een kaliber van 7 m.m. (ten rechte 7.01 m. m.), een proj. gewicht van 7,4 gram, een aanvangs- snelheid van het proj. gelijk aan die van het thans in gebruik zijnde geweer. Het gewicht van het wapen mag de 4 k.g. niet te boven gaan. (Het tegen woordige geweer heeft een kaliber van 7.62 m.m. een lengte van 1,15 m., een gewicht van 4,3 k.g., een aanvangssnelheid van het proj. van 824 m/sec en een proj gewicht van 10,17 gram.) Mil. Wochenblatt. No. 5. Augustus 1929. Wir kung und Leistung der jx anzosischen Infanteriewaffen,\ Een zeer overzichtelijke bespreking van de verschillende wapens met alle gegevens betreffende het geweer, den lichten mitrailleur, den zwaren mitrailleur, het infanterie-geschut, de geweer-granaten, de handgranaten, het pistool en den revolver, benevens een en ander over de organisatie. Artilleristische Rundschau. Nc. 3. Augustus 1929. „Infanterie-Sonder- }faffen kapitein Dr. O. Dciniker. Het artikel behandelt de uitspraken van kolonel A. Fischer in het Aprilnummer (zie I. M. T. blz. 772), die wel geen bepaalde „nauwkeurig geformuleerde voorstellen voor een infanterie-kanon doet, doch waaruit is te lezen dat hij de oplossing in een zeer licht—het gewicht mag niet veel grooter zijn dan dat van een zwaren mitrailleur

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 105