Den 4den Juli kan de generaal middels een tegenaanval. Bou Halima bereiken en ontruimen, maar moet wederom naar Bab Taza terug, waar hij zich voorloopig tegen het Rifaansch offensief handhaaft. In den zelfden nacht van 22/23 Juni hebben de troepen van Ould Mhamed aan den bovenloop van de Oued Leben de posten Kouba, Cheyab, Kef el Char en Bou Haroun aangevallen. Door de Rifaansche artillerie beschoten en daarna bestormd onder meevoering van talrijke handgranaten, vallen eerstgenoemde drie posten den Marokkanen in handen. Ook het offensief langs beide oevers van de Oued Msoun, met steun van de Gheznaia, in de richting van Taza, is in meer- gemelden nacht geopend. Ould Mhamed wil de Franschen over een zoo breed mogelijk front binden om roccades te beletten en den opstand naar het Oosten onder de lang bewerkte Tsoul en Branes uit te breiden. Den 23sten is Kifane ingesloten en hebben de Rifanen den weg Kifane-Taza bereikt. De generaal Cambay gaat onmiddellijk tot den tegenaanval over, daarbij gesteund door partijgangers, den vliegdienst en pantserauto s. (84) Van 23 tot 27 Juni golft de strijd heen en weer; tegen den voortdurenden druk, op haar front uitgeoefend, is de groep-Cambay evenwel niet bestand, te meer, waar de houding der Tsoul, Branes en zelfs van de Riata, in de onmiddellijke omgeving van Taza, onder den invloed van de Rifaansche successen aan de Boven Leben bedenkelijk wordt. Cambay concentreert zich achterwaarts bij Bab Moroudj en Msila tot dekking van Taza. Mokhazni's vertoonen zich reeds ten Z. van die plaats en onder den indruK^ van den hachelijken toestand worden de bewoners van Taza uitge- noodigd hun vrouwen en kinderen elders in veiligheid te brengen. Tot ^eluk van de Franschen blijven het hoofd der Tsoul, Kaïd Bachis, en dat der Meknassa, Ould Baali, loyaal. Dit komt eerst genoemde op verlies van huis- en goed te staan, maar met de hun trouwgebleven stamgenooten sluiten zij zich als partijgangers bij Cambay aan. Met hun steun worden vele mokhazni's onscha delijk gemaakt en hun verder doordringen naar het Z.belemmerd. De bevelhebber van de groep-Msila, de overste Giraud, brengt met zijn partijgangers het doordringen van de Rifanen tusschen Moulay Ali en Sidi Bel Kassim tot staan; zelfs gaat hij den 3den Juli tot een tegenaanval over en drijft den vijand terug in de richting van Bab Tifilassene en Bab Kessil. Een raid, door partijgan gers van Guercif tegen Sacca ondernomen, heeft het succes, dat de daar gevestigde Rifaansche mahakma hun in handen valt 966 (84f Er wordt ten onzent vrij optimistisch gedacht over de kans op tanks en pantserauto's bij een oorlog met een B. V. Dien optimisten zij kennisneming aanbevolen van het artikel van den majoor Goubernard, Les chars de combat en 1925 au Maroc, Revue d' Inf. 1926, I p. 619, 749, p. 110, alsmede een vergelijking van de kaart van Java met de topografische detailkaart van N. Marokko.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 10