sector, morgen in den W. sector moeilijkheden uitbraken. Om aan de troepen voldoende rust te geven moet dit cijfer met 50/o verhoogd worden, alzoo tot 30 batons, per sector of 90 voor het geheel. De 56 batons., waarover thans beschikt wordt, zijn door verliezen verzwakt en geheel uitgeput, zoodat ze nauwelijks een effectieve sterkte van 40 batons, vertegenwoordigen. De leiding is stroef, want onbestendig georganiseerd; generaals en kolonels arriveeren zonder staven en die organen moeten uit en ten koste van den troep gevormd worden. De organisatie van de hulpdien sten is al even précair. Als men den toestand wil meester worden en over de middelen beschikken om tot een beslissend offensief over te gaan, is aanvulling met minstens 40 batons. (87) nood- Maarschalk Lyautey onderschrijft het Rapport-Daugan geheel en voegt er aan toe, dat de sterkte van het bezettingskorps ten eenenmale onvoldoende is, 1 omdat de gevechtswaarde van een groot aantal eenheden, zoowel door den staat van hun materieel en van hun moreel, als door hun onvoldoende sterkte, gedaald is tot^ zoodanig punt, dat alleen een vermeerdering van eenheden, die hun aflossing mogelijk maakt, hen weder op kracht kan brengen, 2 omdat door de uitgestrektheid van het front, zoowel als door den aard der operaties, waarbij men verplicht is tegelijkertijd aan de aanvallen der Rifanen het hoofd te bieden en de stammen in bedwang te houden, de huidige sterkte geheel geabsorbeerd wordt door „passieve opdrachten'' en weshalve een speciale versterking noodig is om het bezettingskorps in staat te stellen zich „actief" te betoonen, d.w.z. tot offensieve ondernemingen over te gaan, die den toestand volstrekt in ons voordeel zullen doen keeren. Ik acht daarom een versterking met 25 tot 30 bataljons het volstrekt noodige minimum om deze dubbele taak te volvoeren, mits die versterking geschiede niet in den vorm van op zich zelf staande bataljons, wien ik materieel onmogelijk de encadreering kan geven, die zij behoeven (bevelvoering, stat, hulpwapens en -diensten), maar in den vorm van groote eenheden, volledig uit- en toegerust, zooals beoogd is met de zending der Marokkaansche divisie. Den 4den Juli heeft de Min. Painlevé reeds de zending gelast van de Marokkaansche divisie, aan de Roer vrijgekomenhieraan wordt toegevoegd de lie division de marche, welke divisies zullen worden vereenigd tot het 19e corps d'armée de marche 968 (87\ Daiwan acht 50 bataljons noodig, maar vraagt er 40; Lyautey dingt nog eens af tot 25. Beide toonen zich hierin echte beroepsmilitairen, uitvinders van het halve minimum en daar beneden. Gelukkig is Min. Painleve b")"ger, politicus en zelfs een beroemd wiskundige. Natuurlijk wordt later den maar- schalk Lyautey zijn soepelheid verweten door de zelfde menschen, die altijd op het halve minimum aandringen onder het motto: Geen man, geen cent.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 12