onder bevel van den generaal Boichut. De resident-generaal, de maarschalk Lyautey, wordt wijders op verzoek ontheven van het opperbevel der strijdkrachten in Marokko en als zoodanig ver vangen door den gen. Nauün. Nog wordt den 13den Juli den maarschalk Pétain verzocht de algemeene leiding van zaken in Marokko op zich te nemen Pétain merkt op, dat hij nooit een koloniale expeditie geleid heeft en dat zijn gevorderde leeftijd hem vergunt „a réserver son acceptation". Painlevé blijft aan dringen, wijst op den ernst van het gevaar en het absoluut vertrouwen (88), dat allen stellen in den opperbevelhebber der overwinnende Fransche legers van den grooten oorlog en de maarschalk antwoordt, dat het bij een zoodanigen staat van zaken niet aan hem staat de kansen van de onderneming te overwegen en dat hij ter beschikking van de Regeering is. Half Juli arriveeren het 41e tirailleurs malgaches en het 61e tirailleurs marocains en van deze versterkingen, alsmede van de meerdere vrijheid door de hulp der mehalla's bij het handhaven van de inwendige orde en rust verkregen, wordt gebruik gemaakt om door twee tegenstooten den hachelijken toestand weer in even wicht te brengen. Den 17den Juli stond de vijand voor de poorten van Taza, den 23sten heeft de gen. Cambay hem tot achter Bab Moroudj teruggedrongen en is de kap. Mège ontzet. Van den tweeden stoot in de richting van Ain Aicha en Ain Matouf volgt hieronder een excerpt uit het verhaal van een ooggetuige (89) De weg van Fez naar Ain Aicha, waarlangs men zich nog geen maand geleden zonder eenige dekking vrij kon bewegen, zal morgen (18 Juli) middels art. vuur geopend worden. Dit geeft meer dan eenig ander commentaar den ongelukkigen loop aan, die de gebeurtenissen hebben genomen. De mobiele groep van den kol. Noguès is met de operatie belastde concentratie te Tissa is heden afgeloopen en vannacht gaan we op marsch. De colonne stelt zich in het pikdonker, te 3 u. v., in beweging. Geen maan. Wolken van stof. Men ziet geen hand voor oogen en het vertrek geschiedt niet zonder eenig oponthoud, want alle licht is verboden. Zoo goed en zoo kwaad als het gaat, wordt 969' (88). De benoeming van den maarschalk Pétain was zuiver om de openbare meening, die luide haar wantrouwen in de leiding der Marokkaansche zaken uitte, tot zwijgen te brengen. In het Moederland heeft men in zoo'n geval altijd meer vertrouwen in een outsider dan in mannen, nourris dans Ie sérail, wien men de middelen onthouden heeft, aan den outsider geschonken. (89) Overste Kann, Les combats d'Ain Aicha et d'Ain Matouf. III. 8/8-'25, p. 127.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 13