onder een drukkende hitte. Men heeft de onderneming dus nog een dag moeten uitstellen. De kol. Noguès wenscht de manoeuvre van den 18den, waarbij de art. de hoofdrol vervulde, te her halen. De vijand is in grooten getale gemeld op de Glef, een langen kam, die de vallei van de Ouergha scheidt van die, waardoor het pad loopt naar Ain Matouf. Een detachement onder den overste Gouney zal zich langs de kruin van den kam tegen de vijandelijke stelling wendenhet zal bestaan uit 2 bataljons en 1 bg. bij. De 75ers in stelling bij Ain Aicha en op de Gara Mezziat zullen den rechtervleugel van de vijandelijke loopgraven tot doel nemen om dit vuur te versterken laat men een bij. van 155 te Ain Aicha. De voorbereidingsvuren vinden in den namiddag van den 19den plaats. De hoofdmacht zal het pad volgen, naar rechts gedekt door het grootste deel der cav. Den 20sten verloopt de manoeuvre zonder den minsten tegen slag, dank zij de nauwkeurige voorbereiding. Het detachement- Gouney, met sprongen langs de hoogten voorwaarts gaande, wordt eerst gesteund door de art. van Ain Aicha en de Gara Mezziat, dan opent zijn eigen batterij het vuur en ten slotte neemt, zoodra de hoofdmacht ter hoogte van den Glef gekomen is, de daarbij ingedeelde art. ook een werkzaam aandeel in de partij. Voor dit kruisvuur, van rechts, van links, in front en rug, wijkt de vijand zonder bijna weerstand te bieden en gaat er van door als op den 18den. Andere groepen verzetslieden hebben getracht weerstand te bieden vanaf drie steile rotsen langs onzen weg, maar de eerste laag onzer 75ers heeft hun de beenen doen nemen. Tegen den middag is de weg naar Ain Matouf geopend en zijn onze voorste troepen in den post. Het garnizoen, het 2de baton, van het 13de Alger. tir., heeft aan de. hevigste aanvallen, waarvan een tot in de prikkeldraadversperring, weerstand geboden en een derde van zijn sterkte ingeleverd. De verliezen op den 20sten bedragen 2 dooden en 10 gewonden, w. o. 2 officieren. De overste Kann, zelf een dienaar van St. Barbara, teekent hierop aan De voordeelen, die wij hebben behaald, zijn ongetwijfeld niet verstrekkend, want alleen de art. is in actie geweest Niet alleen heeft er geen handgemeen plaats gevonden, maar de inf. heeft zelfs niet met haar vuur behoeven in te grijpen. Nauwlijks heeft ze eenige mitrailleurbanden verschotende geweren hebben ge zwegen. Onder die omstandigheden zijn de verliezen aan 's vijands kant waarschijnlijk niet groot en kan de herinnering aan zijn nederlaag niet duurzaam zijn. Als de vijand zijn stellingen zoo spoedig heeft opgegeven, sproot zulks voort uit het feit, dat ze, 972

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 16