le pays seulement a portée de fusil, tandis que la mobilité com- mande le pays a 15 ou 20 lieues". Terecht concludeert daarom de overste Kann: ,,L' initiative des opérations était restée a 1' adversaire qui nous avait ma- noeuvrés a sa guise. Nous nous étions bornés a marcher au secours des postes et des tribus que l'ennemi menagait le plus. Nos objectifs étaient toujours des points géographiques, jamais les rassemblements adverses. En un mot nous faisions au Maroc la guerre a l'espagnole." De lessen van Bugeaud, Mangin, Gouraud e. a. waren onder den invloed van den grooten oorlog op den achtergrond geraakt, den troep was de tactiek tegen den I.V. vreemd geworden. De maarschalk Lyautey, aan wiens groote gaven niemand te kort zal doen, had het proces ondergaan, dat alle militaire, tevens civiele bestuurders doormakenop den langen duur wordt de militaire functie door de bestuurstaak geheel geabsorbeerd. Het eerste werk van den generaal Naulin, die, als vieux marsouin, heel goed wist, dat locale kennis de basis is voor succes tegen een I.V., was daarom aan de commandanten van de mobiele groepen op te dragen de ondervindingen, in de sedert April geleverde ge vechten opgedaan, op schrift te stellen. (95) Ook nam het op perbevel, nadat de invallende regens de vijandelijkheden hadden doen schorsen, de oefening en opleiding van den troep ter hand door voor te schrijven, dat de commandanten van posten, niet te dicht bij den vijand gelegen, hun menschen hebben op te leiden in de techniek van het gevecht, te oefenen in vuurdiscipline en vooral hun aandacht hebben te wijden aan het schieten; achter het front, in de kampen van de reserves en in de gar nizoenen, waar troepen van alle wapens bijeen zijn, moet geza menlijk geoefend worden, daar gebleken is, dat de samenwerking tusschen de wapens te wenschen overlaat. De overdaad aan artillerie, bij de colonnes ingedeeld, is voor een deel traditie, overeenkomstig de Napoleontische beginselen Surtout, faites jouer l'artillerie, le seul moyen de faire sentir aux Orientaux le poids des armes européennes. L' artillerie, 1' arme principale des combats, est surtout terrible aux Orien taux, incapables de la contrebattre. Dat die artillerie niet pres teerde, wat men er van verwachtte, is m. i. allereerst te wijten aan een miskenning van het ten onzent reeds lang (96) gehuldigde beginsel, „dat (tegen een I.V.) het klappen uitdeelen niet aan 976 (i»)ï De uitgifte van de „Wenken voor commandanten van patrouillesin terrein, waar vijandelijkheden te verwachten zijn", en van de „Patrouilletochten in Atjeh e. O." door den GMC. van Atjeh e. O. gen. Mazee en het te boek doen stellen van de Atjehsche krijgsgeschiedenis 1902-12 door diens opvolger, den kolonel Bennewitz, sproten uit de zelfde overwegingen voort. O6). W.J. Giel, De artillerie tegen den I.V. Versl. Ned. V.K.W., 1903-04, p.917.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 22