Fransche partijgangers in de lijn Agda-Zitouna teruggeslagen
de postengroep Brikcha-Rihana-Kelaa is van alle gemeenschap
met Ouezzan verstoken. Er ontstaat zelfs een paniek onder de
Europeesche bevolking van die stad, waarop ze bij wijze van
voorzorg door de militaire autoriteit naar het Zuiden wordt af
gevoerd. Den 7den en 8sten wordt Ouezzan rechtstreeks aan
gevallen. Dan grijpt den volgenden dag de colonne-Defrère in;
met den krachtdadigen steun van de beide escadrilles van Beni
Malek, die met hun bommen en mitrailleurs dien dag 180 Rifanen
doen sneuvelen en meer dan 500 verwonden, wordt de naaste
omtrek van Ouezzan gezuiverd. De vliegeniers blijven van het
noodlandingsterrein te Beni Malek gebruik maken, ook als de
vijand tot op 7 K.M. daarvan genaderd is. Van 14 tot 19 Juni
slaagt men erin de posten Zaidour, Brikcha, Msoun en Kelaa
te ontzetten, maar dan ontwikkelt Kheriro een dusdanige macht,
dat een ontzet van Rihana niet alleen mislukt, maar Defrère terug
moet, eerst tot Ouled Alial, dan tot Douaker, op 10 K.M. ten
N. van Ouezzan. De Rhouna, die reeds weer aan onderwerping
dachten, blijven na dit echec in verzet.
In de streek Teroual-Tafrant-Bibane is de toestand niet minder
ernstig. De garnizoenen van Aoudour en Achirkane hebben, zij
het met groote moeite, hun posten kunnen ontruimen en zich
op Tafrant kunnen terugtrekken. Bibane is echter den 3den Juni
den vijand in handen gevallen. De Beni Mesguilda hebben zich
bij het verzet aangesloten en met hen de Selta en Fichtala.
Inderhaast wordt een mobiel detachement van 3 bat. Inf., 1 esk.
cav. en 2 bijen onder den lt. kol. Michelin te Ain Defali bijeen
geschraapt. Dit wordt den 13den, op weg naar Teroual, bij Ain
Chemia aangevallen, weet den vijand af te slaan, maar bereikt
zijn doel niet en slaagt er slechts in zich O. van Ain Defali te
handhaven en dit belangrijk spoorwegknooppunt te dekken. Den
15den wordt Teroual door den vijand ingesloten de luit. Lapeijre,
commandant van Beni Derkoul, laat nadat de laatste druppel
water verbruikt en de laatste patroon verschoten is, zich met
zijn bezetting in de lucht vliegen. Den 19den wordt tot ontzet
van Teroual tusschen Mjara en Ain Defali een nieuwe groep van
8 bat. inf. geformeerd (80) onder den kolonel Freijdenberg, van
Taounat ontboden. Den 22sten gaat de kolonel tot den aanval
over en bereikt Teroual, na den vijand van de heuvels ten Z.
van dien post verdreven te hebben. Op volgende dagen komt hij
tot Hamerine en onderwerpen zich weder de Beni Mesguilda.
Den 29sten is de toestand zoo ver gereed, dat Freijdenbreg het
gros van zijn colonne aan de mobiele groep ten N. van Ouezzan,
958
(so). Van 30 April tot 24 Mei waren successievelijk 21 bat. inf. ter versterking
naar Marokko gezonden. Daarenboven waren op 5 en 6 Juni nog 10 bat. inf.,
8 bijen van 75 m.M., 2 groepen van 155 m.M.K., 3 esk. cav., 3 cieën genie
en 2 cieën luchtvaarders telegrafisch aangevraagd en bewilligd.