afwachtingsopstelling is dus geboden en wel zoo dicht achter de vuurlinie, dat een snel ingrijpen verzekerd is. ^an een gelijktijdig inzetten van de geheele sectie zal slechts in uitzonderingsgeval len sprake kunnen zijn, wil niet een doorbraak na het inzetten van den tegenstoot op een ander punt van het compagniesfront tot een échec voeren. Daarom kan en mag de sectiecommandant de uitvoering van den tegenstoot in beginsel niet zelf leiden en is dat het werk van zijn ondercommandanten. Hiertegen bestaan geen ernstige bezwaren, aangezien ook hier de sectiecommandant de verschil lende mogelijkheden met de uitvoerders der tegenstooten kan bespreken. Het zal dan wel duidelijk zijn, dat, met het oog op het breede front, dat de sectie inneemt, het vormen van GE VECHTSGROEPEN veelal zal zijn geboden. DE AANVOERING. Zooals men uit het vorenstaande heeft knnnen bemerken, zijn wij de meening toegedaan, dat in het gevecht, d. w. z. in het gevecht in engeren zin, niet de brigade doch óe groep de eenheid moet zijn zoowel voor wat betreft de vuurkracht als de stootkracht en zien wij in het vasthouden aan het brigadeverband, zooals onze voor schriften ten aanzien van de geweerdragenden bepalen, iets kunst matigs en onlogisch. Dat wil echter daarom nog geenszins zeggen, dat wij het brigadeverband zouden willen missen. Dit verband is voor de politiekpolitioneele taak absoluut onmisbaar, terwijl het in de naderingsperiode van den aanval als een voordeel dient te worden aangemerkt, dat de sectiecommandant over organieke groepencombinatie's beschikt, waardoor hij bij de oplossing van zijn sectie niet in eens tot uitersten behoeft te vervallen en zon der bijzondere voorzieningen en samenvoegingen een schakel kan voegen tusschen het marcheeren met de geheele sectie gesloten en het marcheeren met de sectie in groepen opgelost, hetgeen, zooals wij reeds eerder zagen, de commandovoering ten goede komt. En waren wij ten slotte, voor wat betreft het gevecht in engeren zin, tegenstanders van het brigadeverband, daar stellen wij de aanwezigheid van de brigade commandanten inderdaad op zeer hoogen prijs, omdat daardoor automatisch in de sectie groepscommandanten van hoogere orde worden ingevoerd, groeps commandanten met een betere scholing en meer tactisch inzicht, dan wel voor het commando van een groep van 6 a 7 man noo- dig is, aan wie de sectiecommandant het bevel over een inci denteel te vormen groepencombinatie kan toevertrouwen. Ten slotte zal ieder compagnies- en sectiecommandant het wel met ons eens zijn, dat het practisch gebruik van de tegenwoor dige organisatie aan den sectiecommandant zeer zware eischen 998

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 44