3. EENIGE GREPEN UIT DE GESCHIEDENIS DER
LEGERSVERPLEGING.
door
A. VOIGT.
Kapitein der Infanterie.
(4de vervolg zie I. M. T. nos. 6, 7, 8 en 10).
De expeditie in Chaouïa in 190 7. (Zie schets 6.).
Belangwekkend is ook de verpleging der Fransche troepen
gedurende de expeditie van 1907 in Chaouïa, een landstreek
gelegen in Zuid-Marokko.
Naar aanleiding van een moord, gepleegd op een Franschen
arts te Marakesch, de 2de hoofdstad van Marokko, stelde de
Fransche regeering eenige eischen, die niet werden ingewilligd.
Daarentegen werden te Casablanca op 30 Juli 1907 door inwoners
van het landschap Chaouïa 9 Europeanen vermoord, n. 1. 3 Fran
schen, 3 Spanjaarden, en 3 Italianen. Als gevolg daarvan besloot
de Fransche regeering in samenwerking met Spanje tot een mili
taire actie, die aanvankelijk slechts ten doel had Casablanca te
bezetten teneinde de Europeanen aldaar te beschermen, maar die
ten slotte uitgroeide tot een groote expeditie, die zich over de
geheele provincie Chaouïa uitstrekte en eerst in den zomer van
1908 eindigde.
In den morgen van den 7den Augustus kwamen de transport
schepen voor Casablanca aan en den volgenden morgen was het
grootste gedeelte der Infanterie geland. Op 18 Augustus bedroeg
de sterkte der expeditionnaire troepenmachten
Franschen. 3 bataljons Inf., I1/2 esc. Cav., 1 veldbatterij, 1
bergbatterij, 2 mitrailleurs en eenig scheepsgeschut; totaal 3000
man, 300 paarden en 200 muilezels
Spanjaarden. 1 bat. Inf., 1 esc. Cav. totaal 450 man.
De Spanjaarden bleven te Casablanca en namen aan de verdere
operaties geen deel.
De Franschen vonden tegenover zich deels geregelde troepen
van Mulay Hafid, den halfbroeder van den Franschgezinden
Sultan Abdul Asis, deels ongeregelde benden Mulay Hafid had
zich tot sultan doen uitroepen en wilde zijn halfbroeder van den
troon verdrijven. Daartoe trok hij met een z. g. Mahalla, een
soort dienstplichtleger, van Marrakesch in de richting van Fez.
1000