waarom opnieuw versterking werd gevraagd. Daardoor werd de troepenmacht midden April uitgebreid tot 14 bat. Inf., 8 esc. Cav., 4 veldbatterijen, 1 bergbatter.j en 20 Mitrailleurs totaal 14700 man en 4300 paarden en mudezels. Intusschen ondernam Gen. d' Amade een groote strafexpeditie 7onder deze versterking af te wachten. Achtereenvolgens bereikte hS op 9 Maart Be" Amed. op 14 Maar. Ouled Sajd en o»er„el den 15den het Marokkaansche kamp bij El Ounmi. De weerstand in het Z. en Z. O. was nog niet gebroken. Daarom werden einde Maart, toen de versterkingen grootendeels waren aangekomen, nieuwe tochten daarheen ondernomen. On- derwïl was Mulay Hafid naar het N. getrokken en rukte op 7 luni Fez binnen. Door dezen aftocht was de onderwerping van Chaouïa veel eenvoudiger geworden, zoodat deze op 15Mei als voltooid kon worden beschouwd. De verrichtingen na dit tijd stip hadden ten doel de pacificatie door aanleg van wegen en Schtingvan steunpunten" te voltooien. Midden juli was het doel, herstel van orde en rust in Chaouïa, bereikt. De verpleging. Chaouïa is een vrij vruchtbare landstreek vooral <|e 01"" geving van Ber Rechid. Het landschap vertoont in hoofdzaak korenvelden, afgewisseld door uitgestrekte weidevelden Het voor naamste middel van bestaan is er dan ook de veeteelt, u (roepen ontdekten op hun tochten groote kudden runderen en schapen. Exploitatie der plaatselijke hulpbronnen was echter aanvankelijk onmogelijk, daar de vijand de omgeving van Casa blanca voortdurend onveilig maakte en de handelaren belette ie s niar die sïad op te voeren. Slechts eenige honderden runderen, een aantal schapen en kleine hoeveelheden gerst werden op den vijand buitgemaakt. Overigens moest aanvankelijk alles over zee jorden aangevoe d Met het vorderen der onderwerping werd de mogelijkheid plaatselijk aankoopen grooter, zoodat van lieverledede aanroer van bepaalde artikelen verminderd kon worden. Gedurende he lste kwartaal 1908 leverden de aanbestedingen t Casablanca reeds voldoende levensmiddelen op om in de behoeften te voor zien Alleen meel moest nog steeds uit Marseille aangevoerd Als beginpunt van den aanvoer was de haven Oran in Alg^s ingericht. Van deze haven uit werden de voorraden te Casa blanca automatisch aangevuld, zoodat in laatstgenoemde plaa voortdurend minstens 3 maanden voorraad aanwezig was. Het transnort geschiedde met Marinetransportschepen (verouderde oorlogsbodems) eu ingehuurde handelsvaartuigen Een der Ma rinpvaartuigen de Nive, strandde in den nacht van 31 Uecemoer, waarbij de aan boord zijnde voorraden geheel verloren g,ngen_

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 49