Het ontschepen te Casablanca was zeer lastig. De kust was rotsachtig en in het slechte jaargetijde zeer gevaarlijk. De schepen moesten op 2 mijlen afstand van de kust ankeren, waarna de goederen in inheemsche barkassen werden overgeladen. Alleen in den zomer kon men de kust dichter naderen. Het overladen van brandhout in de barkassen was te tijdroo- vend, terwijl bovendien het aantal dezer vaartuigen te gering was. Daarom zette men het hout eenvoudig over boord, waardoor het over een strook van 7 km. werd aangespoeld, waarna het verzameld moest worden. De runderen werden in barkassen naar de kreek gevoerd, die als haven diende, en daar over boord gezet, waarna ze zwemmende den oever bereikten. De geheele dienst van aan- en afvoer in het operatiegebied, ook voor andere dan Intendancegoederen, zooals munitie e d., was tot 25 April in handen van den Sous-Intendant te Casablanca. 25 April werd daar een Direction de 1' Intendance opgericht, die dezen dienst overnam De troepentrein der opereerende colonnes kon als regel 2 rantsoenen levensmiddelen bevatten. De voorraad van dezen trein werd uit Casablanca door z. g. „convois auxiliaires" aangevuld. Langzamerhand werden verschillende posten in het binnenland opgericht, die van Casablanca uit van voorraden voorzien werden, zoodat daarna de colonnes deze posten als uitgangspunt voor hun tochten konden gebruiken en zich steeds verder van Casa blanca konden verwijderen. Toen op 25 April de Direction de 1' Intendance was opgericht, ressorteerden hieronder I. De Sous-Intendance te Casablanca beschikkende over: 1 magazijn van levensmiddelen te Casablanca met een hulpma gazijn te Mediouna, 1 magazijn van levensmiddelen te Bu Znicka met een hulpma- zijn te Camp Boulhaut en te Fedehala, en 1 magazijn van kleeding en uitrusting te Casablanca II. De Sous-Intendance te Ber Rechid, beschikkende over: 1 magazijn van levensmiddelen te Ber Rechid met een hulpma gazijn te Ben Amed, en 1 magazijn van levensmiddelen te Settat met een hulpmaga zijn te Ouled-Saïd III. De Sous-Intendance te Du Boucheron, beschikkende over 1 magazijn van levensmiddelen te Du Boucheron. Zooals reeds vermeld, had men in het begin groot gebrek aan transportmiddelen. Ook de troepentrein (train regimentaire) be stond slechts uit enkele arabas (treinkarren) met muildieren. De later uit Frankrijk gezonden aanvulling was juist voldoende, om dezen trein te completeeren. De eerste colonne, die in Januari uitrukte bezat nog geen or ganieke troepentrein. Bij den man werden 2 dagrantsoenen levens- 1004

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 50