zonder bezwaar voor achterstand in het civiele werk de detache mentscommandant gezaghebber zich tot 10 a 11 uur bij den troep kan ophouden. Het geheele detachement is nu 2 a 3 weken thuis Aannemende 1 inspeetie - reinigingsdag en 1 schietdag (hierop kan tevens gevechtsschermen en handgranaatwerpen beoefend worden), resten dus nog 4 dagen. 2 hiervan te besteden aan V. P. T. L. oef. voornamelijk oefeningen met 2 partijen en nu en dan een meerdaagsche oefening in den geest als in I.M.T. 1926 No 11 door den toenmaligen overste Geldorp besproken. Waar er slechts 2 brigades zijn, krijgt iedere brigade en iedere brigadecommandant ruimschoots zijn beurt. Voor eene avond oefening in den voornacht behoeft de dagelijksche dienst niet veranderd te worden. Nemen we voor een in den nanacht, den nacht voorafgaande aan de grondige reiniging van het kampement, zoo is ook aan het bezwaar van het uitvallen van een oefenings dag (uren) opgeheven. Nu blijven ons nog 2 dagen over. 1 hiervan ware te besteden aan beoefening van R. I. Hst. IV. alsmede aan V. P. T. L, marschvorm, omsingeling van huizen, afstanden schatten. Ook zal op dezen dag z. n. een kort oogenblik R. I. Hst. III. Ie on derdeel behandeld kunnen worden. De laatst nog overblijvende dag kan besteed worden aan alles waaromtrent op een der an dere dagen extra oefening noodig gebleken is. Is er niets wat extra beoefening behoeft, dan gevechtsschermen, handgranaat- werpen, seinen, gymn. geweer, sport of beoefenen H. O. Z (voor zoover daarvoor bij het detachement gelegenheid is). Het houden van theorieën voor de manschappen acht ik ver der alleen noodig als in de practijk blijkt dat men van een en ander onvoldoende op de hoogte is. Dan moet vooral niet vergeten worden dat de man na een patrouille van een maand, rust noodig heeft, aan welke rust men, zonder de gezondheidstoestand te schaden, niette veel kan tornen. De in het garnizoen te houden oefeningen moeten daarom niet te lang en te zwaar worden, wat niet wegneemt dat ze kort maar krachtig kunnen en moeten zijn. Juist waar op hiervoren bedoelde wijze van oefenen de detache- mentssommandant zich zelf geheel aan de opleiding van de brigades en het kader kan geven en het geklungel onder het kader niet voorkomt, zoo is m. i. de geschiktheid waarvan in punt 72 van het V. O. I. sprake is, n. 1. de geschiktheid voor, juist zeer hoog op te voeren. Misschien kan ook bij detachementen van 3 of meer brigades (waar toch gewoonlijk een tweede officier en o. o. instr. inge deeld isl op bovenaangegeven wijze de oefening indeelend, meer tijd gevonden worden en betere resultaten bereikt worden dan de heer v. B. zich voorstelt. 1012

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 58