Alvorens in opleiding te worden genomen, worden jongelieden gedurende eenige maanden beproefd, (dat wil zeggen als reeds na een dag blijkt dat ze het toch nooit zullen leeren, verdwijnen zij onmiddellijk) en blijkt dat ze aanleg voor het vak hebben dan kunnen ze opgenomen worden als candidaatleerling-artilleriewerk- man. Treedt na eenigen tijd duidelijk aan het licht dat er wat in den man zit, dan kan hij teekenen als militair, en wordt leerling- artilleriewerkman. De opleiding voor deze menschen is afhankelijk van het vak waarvoor zij geschikt zijn en duurt eenige jaren. De gang der opleiding is nauwkeurig omschreven en na voltooiing wordt aan den man een proef afgenomen, zoowel theoretisch als practisch, waarna hij bij slagen wordt aangesteld tot candidaat-artillerie- werkman. Zoodra nu de formatie het toelaat wordt hij artillerie werkman. Een jaar na deze aanstelling wordt hij korporaalver dere promotie hangt af van bekwaamheid, dienstijver en van de formatie. Waar we deze militairen in de verschillende werkplaatsen nog eens tegen komen zal er wel gelegenheid bestaan hierover nog een en ander aan te teekenen. Ten einde U eenig idee te geven wat er in deze werkplaatsen omgaat, zijn de volgende cijfers sprekend, terwijl ge er tevens een overzicht in vindt van de verschillende ledersoorten welke bij den A. C. W. worden verwerkt. Soort leder Verbruik in 1926. Verbruik in 1927. Verbruik in 1928. Kolender wit Pinkenleder (licht) Idem (zwaar) Tuigleder (licht) Idem (middelsoort) Idem (zwaar) Zooileder Zeemlappen 81 vel 175 vel 135 vel 1006 vel 1322 vel 77 vel 280 vel 326 vel 46 vel 936 vel 184 vel 902 vel 1486 vel 130 vel 573 vel 593 vel 60 vel 936 vel 100 vel 594 vel 1240 vel 235 vel 627 vel 1794 vel Verder worden nog verwerkt karbouwenleder, schapenleder, koezeemleder, lamsvachten. Het zou mij te ver voeren wanneer ik U zou willen aangeven voor welke artikelen deze verschillende ledersoorten worden 1022

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 76