Deh outbewerkingswerkplaatsen geven emplooi aan ongeveer 100 inheemsche arbeiders, alsmede aan eenige Europeesche bur gerkrachten en een twaalftal militairen. Het toezicht wordt uit geoefend door een hoofdopzichter bijgestaan door een opzichter. Onder den hoofdopzichter van de houtwerkplaatsen ressorteert tevens de ververij, waarvan afbeelding 19 U een indruk geeft. De ververij. Er is nagenoeg geen artikel dat de fabriek verlaat of het heeft de ververij gepasseerd. Hetzij dat het geverfd, dan wel gevernist moet worden. Ik zal U niet te lang ophouden in deze werkplaats, want van verven weten de meesten wel voldoende af, d. w. z. zij weten hoe de verf wordt opgebracht. Op de foto zijn juist in bewerking de geldkisten van de In tendance, die in de bankwerkerij zijn voorzien van lettersloten, een etenswagen voor het Hospitaal te Tjimahi, terwijl op den achtergrond een partij kisten staat die alle in het bekende grijs groene kleed zijn gestoken. Een apart lokaal voor vernissen van blikken en het behandelen van glas is nevens deze werkplaats gebouwd. In deze werkplaats werd vroeger het toezicht uitgeoefend door een sergeant-majoor artillerie-werkman, tegenwoordig berust de controle bij een daggelder. Het toezicht echter bij de houtwerk plaatsen. 25 inheemsche krachten arbeiden hier dagelijks. (Wordt vervolgd). 1035

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 89