1037 Door in den aanval het element der verrassing te leggen, is de kans groot, niet alleen een aanvankelijk succes te verkrijgen, doch ook de over macht tot het einde te behouden en hierdoor de overwinning te behalen. 178. Door aan te vallen verzekert de commandant zich tegenover een tegenstander, die zich tot de verdediging bepaalt, de voordeelen van het initiatief, omdat slechts de aanvaller vrij is in de keuze van de plaats waar, zoomede van het tijdstip en de wijze waarop, hij den strijd zal voeren. Hij dringt aldus zijn wil op aan den tegenstander en beneemt dezen zijn vrijheid van handelen. Slechts den aanvaller is het mogelijk zijn strijdkrachten vóór den slag zoodanig te groepeeren, dat hij op de door hem gekozen plaats een over macht in het gevecht kan brengen. Meer dan de verdediger kan hij in zijn handelingen het element der verrassing leggen en daardoor den vijand het tijdig nemen van tegenmaatregelen beletten, diens moreel schokken en het moreel der eigen troepen verheffen. Bovendien wordt het moreel verhoogd door het wezen van den aanval zelf, waarin fellere actie tot uiting komt, die den voorwaarts stormenden strijders een gevoel van overwicht schenkt en die hun tastbare resultaten verschaft: terreinwinst, krijgsgevangenen, veroverd materieel en verderen buit. 179. De overmacht van den aanvaller komt op het gevchtsveld tot uit drukking in het vuuroverwicht, dat onontbeerlijk is om het in werking brengen van het door den verdediger voorbereide stelsel van vuren ernstig te belemmeren. Doch, weike ook de macht zij van het vuur, waarmede de aanvaller moge trachten 's verdedigers vuur te onderdrukken, hoe groot in aantal en verscheidenheid de oorlogsmiddelen mogen wezen, welke daar voor door de verschillende wapens worden aangewend, de beslissing kan slechts worden verkregen door de voorwaartsche beweging van de infan terie, waarin de wil tot uiting komt om het doel zoo noodig door het gevecht van man tegen man te bereiken. Dus teekent de aanval zich door een vereeniging van vuur en beweging: het vuur noodig om de beweging mogelijk te maken, de beweging noodzakelijk om de beslissing te ver krijgen. 180. Daar de verdediger zijn stelling zoodanig inricht, dat hij in front de grootste vuurkracht kan brengen, moet het streven van den commandant der aanvallende strijdmacht wezen, den aanval niet uitsluitend tegen 's vijands front, doch bovendien tegen één van zijne flanken of tegen zijn beide flanken te richten. Zoodoende ontstaat de omvattende aanval, die tevens de voordeelen heeft, dat hij tot een ernstige bedreiging in 's vijands rug, dus tot verstoring van zijn verbindingen en van zijn aan- en afvoer, kan leiden. Gelukt het den commandant de omvattende groep verrassend in te zetten, dan vergroot dit aanmerkelijk de kans om een beslissend voordeel te behalen. Slaagt de verdediger er in, tijdig een krachtig vuurfront tegenover de omvattende groep te stellen of blijkt het den aanvaller van den aanvang onmogelijk 's' vijands stelling te omvatten, dan kan slechts door een aanval in front de beslissing worden verkregen. Teneinde met zoo min mogelijk verliezen den aanval te doen slagen, wordt daarbij niet op het geheele front met gelijke kracht aangevallen, doch legt de commandant het zwaarte punt van "den aanval in dat deel van zijn gevechtsvak, waar de aanval het meest begunstigd wordt door de gesteldheid van het terrein en (of) door de aanwezigheid van zwakke plaatsen in 's vijands stelling. Het juiste inzicht hieromtrent moet hij zich verschaffen door kaartstudie en terrein verkenning en uit de gegevens omtrent den vijand, welke hij door verken ningen en voorafgaande gevechten heeft verkregen. Het afwisselend karakter van het terrein en de inlichtingen betreffende de groepeering van 's vijands strijdkrachten kunnen er toe leiden, bij het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 91