1045 dant zorg dragen rechtstreeks verband te krijgen en te onderhouden met de kustwachtposten in zijn vak. Afgescheiden van het bovenstaande moet door de voorposten bij af wezigheid van voorposten, door de bezetting van de hoofdweerstands- strook een uitkijkdienst, en 's nachts of bij slecht zicht een luisterdienst worden ingesteld. Zoeklichten moeten aan of nabij de kust worden opgesteld om kleine vijandelijke landingsondernemingen bij duisternis tijdig te kunnen waar nemen. 354. Goede verbindingen zijn in het bijzonder bij de verdediging tegen landingen van het hoogste belang. Van bijzondere beteekenis zijn hierbij de verbindingen, welke noodi"- zijn om: de berichten van de marine en van den uitkijkdienst snel ter kennis van de betrokken commandanten te brengen; bij verrassende landing in een bepaald kustvak, snel een zoo krachtig mogelijk vuur ook uit de nevenvakken daarin te kunnen concen- treeren. Eveneens moeten de noodige maatregelen worden genomen voor verbe tering c. q. aanleg van verbindingswegen in het bezette kustvak. 355. Een gedeelte der luchtstrijdkrachten blijft in beginsel ter beschik king van den C. V., teneinde gezamenlijk te kunnen worden ingezet op het kustgedeelte, waar een landing plaats heeft. Deze luchtstrijdkrachten heb ben tot taak: -het voeren van den strijd om het overwicht in de lucht, in samen werking met de luchtdoelartillerie en de luchtdoelmitrailleurs; het bombardeeren en met mitrailleurs beschieten van de vijandelijke oorlogs- en transportschepen, hetgeen vooral tijdens het overschepen der landingstroepen in de sloepen bijzonder groote uitwerking belooft; het met mitrailleurvuur bestoken van de sloepen tijdens den overtocht van de schepen naar de kust. Heeft echter ook de D. G. C. de beschikking over vliegtuigen gekregen, dan bestemt hij deze in de eerste plaats voor het vervullen van laatstgenoemde taak. Mocht het eerste landingsechelon van den vijand een maal vasten voet aan wal hebben verkregen, dan worden zoo mogelijk ook luchtstiijdkiachten tei beschikking van den D. G. C. gesteld, voor het uit voeren van den verkennings- en waarnemingsdienst en voorts, bij dreigende doorbraak van de hoofdweerstandsstrook, zoo noodig voor het ingrijpen in het gevecht op den grond. 356. Bij de verdediging tegen landingen moet rekening worden gehouden me' de mogelijkheid, dat de aanvaller vechtwagens aanwendt, medegevoerd op speciaal daarvoor ingericht Iandingsmaterieel. Steeds moeten daartegen maatregelen worden voorbereid als bedoeld in de punten 132 en 143. 357. Mocht het eerste vijandelijke landingsechelon zijn geland, dan moet de verdediger, evenals bij elke andere stelling, den vijand door het vuur tor staan biengen en hem daarna door middel van den tegenaanval van het veroverde terrein verdrijven. Bij teruggetrokken ligging van de hoofdweerstandsstrook kan de aan valler gemakkelijker voet aan wal zetten en zich uitbreiden; hij moet dan door het vuur uit de hoofdweerstandsstrook tot staan worden gebracht, waarop aangezien de aanvaller dan den steun van zijn artillerie grooten- deel moet ontberen het oogenblik voor den verdediger gunstig wordt om, door het uitvoeren van een tegenaanval, den aanvaller in zee teruo- te werpen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 99