1. ABD EL KRIM.
door
CAMURS.
(Vervolg. Zie I. M. T. Nos. 3, 4, 6, 7 en 10).
(Met een schetskaart; zie ook schetskaart No. 3).
De crisis.
Zooals reeds werd vermeld, vormde de ontruiming van een
aantal kleine Fransche posten, overeenkomstig de inzichten
Lyautey-Daugan, een welkome stimulans voor de plannen van
Abd el Krim. De amrar voelde zich te sterker, waar zich in
Spanje een aantal stemmen verhieven tegen een mogelijk militair
samengaan met Frankrijk en de kameraden Doriot c. s. zich in
de Fransche Kamer als zijn ijverige zaakwaarnemers deden kennen.
Een krachtig offensief kon niet anders dan de anti-oorlogsbeweging
in Frankrijk en Spanje gunstig beïnvloeden. Gekoppeld aan de
kansen, bij het „thuisbrengen" der ingetrokken bezettingen ge
boden, moest dat offensief bovendien den arbeid zijner mokhazni's
onder de nog aan Frankrijk trouw gebleven stammen bevorderen.
Tegen een in de Spaansche bladen aangekondigde landing
bij Alhucemas en een daaraan verbonden directe actie tegen
Ajdir doet Si Mohand de bedreigde kuststrook versterken,
maar tevens opent hij een offensief tusschen Tetuan en Qgar el
Kebir in de richting van Tanger, welke manoeuvre als een tegen
stoot en blijkbaar bedoeld is om de Spaansche openbare meening
te beïnvloeden en zoo mogelijk internationale conflicten uit te
lokken. Zijn hoofdmacht zet hij toch uitsluitend tegen Frankrijk in.
Medio Mei worden de berichten omtrent een concentratie van
Rifaansche strijdkrachten tegen Ouezzan steeds stelliger en
dreigender. Om daaraan het hoofd te bieden waren sedert den
17den Mei 6 bat. inf., 1 esk. cav., 4 bijen en 2 escadrilles
tusschen Souk el Arbaa du Gharb en Ain Defali gegroepeerd
onder bevel van den gen. Billotte. In de laatste dagen van Mei
worden hier nog aan toegevoegd twee groepen, tot een gezamen
lijke sterkte van 4 bat. Inf., 1 esk. cav. en l'/2 bij., een te
Mzefroun, op 10 K.M van Ouezzan, de andere te Teroual tot
dekking van de nog niet in verzet gekomen stammen.
In den nacht van 2/3 Juni overschrijden vijandelijke groepen
den Loukkos. Den 4den komen de Rhouna in verzet en worden
957