1040 worden gestuit of worden teruggeworpen. Meestal zal het hun niet mogelijk zijn deze voorhoeden door het vormen van een aaneengesloten vuurfront tot staan te brengen. De lichte troepen zullen echter steeds trachten de vleugels van het vijandelijke marschfront vast te stellen. Hebben de lichte troepen terreindeelen bezet, waarvan het bezit den commandant voor een gunstig verloop van zijn aanval noodzakelijk voor komt, dan moeten zij zoo spoedig mogelijk door de voorste echelons dei- voorhoeden en door het in werking brengen van artillerie der hoofdmacht worden ondersteund. Gelukt het den voorhoeden wèl die terreindeelen te bezetten, doch kunnen zij niet verder vooruit komen, dan moeten zij zien vastzetten om het vermeesterde terrein te behouden. Kunnen zij verder doordringen, dan stooten zij door tot een aaneengesloten vuurfront haar tot staan brengt. De aldus verkregen gevechtsaanraking geeft niet, zooals tegenover een tegenstander in stelling, vrij zekere aanwijzingen omtrent de terreinstrook, waar zich de volgende gevechtshandelingen zullen afspelen. Worden deelen der lichte troepen door 's vijands voorhoeden terugge drongen, dan is het de taak van de eigen voorhoeden hen op te nemen en krachtig door te stooten, tot zij de gevechtsaanraking hebben verkregen. De voorhoeden zetten zich dan in het terrein vast en vormen met steun der artillerie van de hoofdmacht een zooveel mogelijk aaneengesloten vuur front, waarachter de hoofdmacht zich voor den aanval gereedmaakt. Het kan noodzakelijk zijn de voorhoeden daarbij met infanterie van de hooid- macht te versterken. De hieruit voortvloeiende gevechten vormen nu niet een stelselmatig in elkaar gezette handeling, zooals bij de inleidende gevechten tegenover een in stelling staanden vijand; bovendien geven zij meestal evenmin betrouw- bare aanwijzingen omtrent de kracht van 's vijands vuurfront, zoodat zij ook geen volledige gegevens verschaffen voor het verzamelen en gereed- stellen van de troepen en de gevechtsmiddelen voor den beslissenden aanval. Door snel en doortastend te handelen zal menigmaal succes worden ver kregen, zelfs al is geen volledig inzicht in den algemeenen toestand ver kregen'. Zulks mag" echter overleg en de noodige behoedzaamheid niet buiten sluiten, omdat tegenover onverwachte handelingen des tegenstanders het snel nemen van juiste tegenmaatregelen mogelijk moet blijven. De naderingsvorm van de hoofdmacht moet dus zóódanig zijn, dat elke gele genheid die zich aanbiedt om haar snel tot den beslissenden aanval in te zetten 'kan worden benut, doch dat tevens voortdurend de mogelijkheid bestaat tot het snel vormen van een krachtig vuurfront Blijkt, dat de vijand stelling heeft genomen, dan zijn dadelijk de middelen beschikbaar om hem het vuuroverwicht te betwisten, dat hij door tot de veidedigmg over te gaan aanvankelijk aan zijn zijde brengt. Valt ook de vijand aan, dan zijn de voorwaarden zoo gunstig mogelijk om hem tot staan te brengen. Achter het gevormde vuurfront wordt dan de groepeering der hoepen voltooid om den eigen aanval snel en doortastend te kunnen inzetten. Zoodoende is het mogelijk 's vijands plannen te doorkruisen en hem to. de verdediging te dwingen, waardoor de voordeelen van den aanval tegen over de nadeelen van een niet voorbereide verdediging worden geste,d. 185. Leidt de aanval, hetzij in het ontmoetingsgevecht hetzij tegen een verdedigingsstelling, op eenig deel van het gevechtsveld tot het bieken van 's vijands weerstand, dan moet de daar verkregen teriemwins me. inspanning van alle krachten over het geheele aanvalsvak worden uitgebrer Tevens moeten, door krachtig doorstooten in de diepte, nog standhoudende onderdeelen en oprukkende reserves worden teruggeslagen. Door eene snelle vervolging moet voorts worden belet, dat vijandelijke onderdeelen, welke in gevecht zijn geweest en zich daarna door den terug-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 94