Ie. Chemicaliënkorrels kunnen vervloeien. Het' gevolg is nu
dat de vulling onbruikbaar wordt. Hij zal n. m. 1. verstoppen.
Verder is het zeer moeilijk uit een dergelijk vervloeid mengsel
de kool terug te winnen.
2e. Bij proefnemingen is gebleken, dat na eenigen tijd de
chemicaliënkorrels niet meer gelijkmatig in de vullingbus ver
deeld zijn, waardoor gevaar van ontmenging ontstaan kan.
Op biz. 911 zegt de heer van Kervel:
„Het geheele absorbtie-verschijnsel berust op hijpothesen."
Opmerking: Het is echter de theorie van het absorbtiever-
schijnsel dat op hypothesen berust, het absorbtie-verschijnsel
berust wel degelijk op feiten.
Ofschoon er in het artikel van den heer van Kervel nog ver
schillende alinea's voorkomen, welke niet juist zijn, doch waar
van de wetenschappelijke uiteenzetting te veel plaatsruimte zou
innemen, heb ik mij slechts tot bovenstaande opmerkingen bepaald.
NASCHRIFT.
door
J. F. VAN KERVEL.
Ie Luitenant der Infanterie.
De redactie van het I. M. T. was zoo vriendelijk mij het inge
zonden artikel van den Heer Al ter lezing aan te bieden, waar
voor ik haar dan ook mijn dank betuig.
De Heer Al uit zijne teleurstelling over het feit dat dcor mij,
bij een artikel geplaatst in het 1. M. T. van October 1929, gebruik
zou zijn gemaakt van gegevens uit het boek van den Majoor
Schilderman, zonder dat dit boek door mij als bron vermeld
zou zijn. Een niet in de betrokken lectuur ingewijde lezer zou
bij het lezen van het boek van den Majoor S. en mijn artikel
wellicht tot dezelfde conclusie zijn gekomen.
Het betrokken gedeelte in het boek van den majoor S. over
adsorbtie is namelijk geheel overgenomen uit de schrifturen af
komstig van den Deenschen Scheikundige N. L. Hansen, Chef
van het onderzoekingslaboratorium van het Technische Korps van
het Deensche Leger, (vertaald door den Hembrug De lezer zal
nu in mijn artikel op pag. 897 een noot aangetroffen hebben,
verwijzende naar de vier rapporten van bovengenoemde schei-
Literatuuropgave onder 10 bladz. 382 S. Schilderman.
1147