pag. 904 van het I. M. T. hoop ik de lezers hierna gerust te
kunnen stellen.
De heer Al haalt in zijn betoog als een mijner uitspraken aan
„Indien men over houtskool, dat te voren een ander gas gead
sorbeerd heeft, een gas leidt, dat niet oplost in de geadsorbeerde
„laag van het eerste gas, dan zal dit tweede gas langzamerhand
„het eerst geadsorbeerde gas verdringen", en merkt dan op
„Het is onjuist dat het tweede gas het eerste gas zal verdringen"
om er dan den nadruk op te leggen dat er een evenwicht ont
staat en slechts een gedeelte van het eerste gas door het tweede
verdrongen wordt.
Ik onderschrijf deze toelichting, hetgeen den lezer duidelijk
zal zijn bij herlezing van het desbetrelfende gedeelte van mijn
betoog (blz. 899) waar de door den heer Al geciteerde opmer
king gevolgd wordt door de toelichting, heeft dit tweede gas
b v. in tegenstelling met het eerste gas een groote neiging om
zich door kool te laten adsorbeeren, dan kan (thans gecursiverd. v K)
het ten slotte het oorspronkelijke gas geheel verdringen.
Tenslotte deelt de Heer Al in dit zelfde verband mede:
„Slechts wanneer het tweede gas een veel grootere neiging
„heeft om geadsorbeerd te worden, zal het eerste gas volledig
„verdrongen worden. Dit heeft alleen in zeer speciale gevallen
„plaats".
De Heer Hansen daarentegen zegt in zijne rapporten op pag 8:
„Indien het gas bijzonder groote tendenz heeft om zich te
„laten adsorbeeren dan kan het zelfs het oorspronkelijke gas geheel
„verdringen".
Hier wordt dus niet over „zeer speciale" gevallen gesproken en
zeer begrijpelijk want dan zou de daarop volgende conclusie van
den Heer Hansen, dat in het algemeen een gas met hooger kook
punt een ander met lager kookpunt verdringt, niet juist zijn.
Naar aanleiding van het gestelde van den Heer Al bij de fig.
1 en 2 het volgende. Het lag geenszins in mijne bedoeling om
in mijn artikel pag. 901 fig. 2 een graphische voorstelling te
geven die het verband aangeeft tusschen de effectiviteit en de
lengte van de bus. In fig. 2 pag. 901 wordt echter de toestand
weergegeven in een koolfilter op een willekeurig oogenblik.
ABB,A,-is volledig verzadigd, A, B, C, C is de werkende laag. Het
gebied A'B'C (enkel gearceerd) is een maat voor de verbruikte
activiteit, terwijl het niet gearceerde gedeelte CC'B1 dat deel
van de activiteit voorstelt welk ongebruikt is. (doode volume).
De ordinaten in fig. 2 mogen echter niet als effectiviteitswaar
den aangemerkt worden. Fig. 2 met de daarbij behoorende
beschrijving kan men in het boek van den Majoor Schilderman
op pag. 164 terugvinden en bovendien bij Hansen (gasoorlog) op
1149