1169 toch in ieder geval door middel van de leveringen van de benoodigde ma terialen; 4. de tunnel zal zeer veel bijdragen tot vermeerdering van het passagiers- en goederenvervoer tusschen Engeland en het vaste land en in het algemeen het vervoer vergemakkelijken; 5. de kosten van exploitatie en onderhoud zullen zeer laag zijn en de ontvangsten buitengewoon hoog; 6. aangezien onze afzondering in oorlogstijd opgehouden heeft te bestaan tengevolge van de luchtstrijdkrachten en kanonnen met groote drachten, kunnen er niet langer militaire bezwaren tegen een tunnel bestaan en in ieder geval zullen toch voorzorgsmaatregelen worden genomen ,ten einde dc tunnel oogenblikkelijk onbruikbaar te kunnen maken". Al deze argumenten gaat schr. na, doch ook hij blijkt geen onverdeeld voorstander van een tunnel te zijn. Eveneens in dit nummer een artikel„China under armswaarin brigade generaal C. D. Bruce lezenswaardige beschouwingen geeft over de inwen dige gebeurtenissen en toestanden in China der laatste jaren, daarbij tevens de militaire mogelijkheden besprekend. Schr. blijkt de militaire eigenschap pen van den Chineeschen soldaat niet laag aan te slaan, zooals door anderen dikwijls gebeurt, en hij doet zulks als gevolg van persoonlijke onder vindingen tijdens het bestaan van het zg. Chineesche regiment in het pachtgebied Wei Hai Wei, welk regiment alleen om politieke redenen in 1006 werd opgeheven. Mil Wochenblatt. No. 6 Augustus 1929. y>Neues Reiten", generaal der cav. von Poseck. Schr. neemt in beschouwing het onder bovenstaanden titel verschenen boek van Polizei-major SFrever, dat „menigen interessanten gedachtengang bevat, in 't bijzonder over alles wat samenhangt met het springen en met de psyche van het paard, maar ook een serie tegenstrijdir heden en onduidelijkheden". Aan het slot lezen we: „Slechts goede resul taten geven rechten en aan de resultaten herkent men de juistheid van het voorgeschrevene in het opleidingsvoorschrift voor het paardrijden. Vóór daarom in de plaats van dat voorschrift niet iets beters wordt gegeven blijven wij liever bij onze tot dusverre succesvolle dressuurmethode. Zij zal de beste gebruikspaarden leveren voor ieder doel". Mil. Wochenblatt. No. 8 Augustus 1929 „Die militarise he Machtfrage im Fernen Osten", generaal von Mierka. Een beschouwing over de militair- politieke situatie in Oost-Azië, n.a.v. het Chineesch-Russisch conflict. Wat Japan betreft zegt schr. o.a.: „Het Japansche leger, opgebouwd op feudale tradities, is ontegenzeggelijk een van de beste legers der heele wereld. Oorlogsvloot, luchtstrijdkrachten en transportwezen staan volkomen op de hoogte van den tijd. De vredessterkte bedraagt 220840 man, het aantal actieve divisies 17. In oorlogstijd wordt dit aantal door landweerformaties verhoogd tot 34. Hierbij zij nog opgemerkt dat van de actieve divisies er 2 in Korea, 2 op ïcioeschioe, 12 op Nippon en 1 op Yoesso zijn gelegerd". In aansluiting op het vorenstaande zij hier aangehaald „Chinas Militar- machtin hetzelfde Mil. Wochenblatt, waaruit we zien dat het Moekden- leger tegenwoordig wordt geschat op 300.000 man (50 inf. en 45 cav. brigades, waarbij ingedeeld: ruim 400 zw. mitrailleurs, 450 bommenwerpers en ruim 400 lichte veld- en bergkanonnen. Verder 40 a 45 vliegtuigen van het Bréguet- en Caudron-type. Eveneens in dit nummer: „Das Young Abkommen" door Dr. A. Miiller. Belangstellenden vinden daarin een opsomming van de door D. te betalen bedragen volgens het O. Young-plan van en met 1929 tot en met 1988. Het alsnog te betalen bedrag heeft een oogenblikkelijke waarde van 36 mil liard. De annuïteiten zijn totaal ongeveer 110 milliard. Mil. Wochenblatt. No. 9 September 1929. Der Bazillenkrieg" De schr van dit artikel betoogt de groote moeilijkheid een epidemie te doen ont staan. „Een met succes ontketende bacillenoorlog zou onder alle omstan digheden óók voor dengene die dit middel aanwendde, verderfelijk zijn".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 123