Afgewezen minister Falkenhayn, voormalig Chef van den Staf van het XVI korps onder v. Prittwitz, kende hem te goed: „dann wurde er nach Berlin versetzt worden und den Kaiser mit seinen Geschichten in den Ohren liegen besser, er bleibt in Danzig". Moltke tracht dan een kwade zaak nog zooveel mogelijk ten goede te keeren door den Oberquartiermeister (Moltke's rechter hand) Graf v. Waldersee als chef van den staf van het 8e Leger aan te wijzen. Sous-chef wordt generaal Grünert, le staf-officier It. kol. Hoff mann. Als korpscommandanten staan onder hem: v. Francois (I), een energieke, maar eigenmachtige, zeer zelfstan dige en niet bepaald gemakkelijke persoonlijkheid; v. Mackensen (XVII), v. Below (I Reserve), v. Scholtz (XX) en v. Morgen (3e Res. Div.), energieke aanvoerders, die echter hoogachting voor en vertrouwen in hun opperbevelhebber misten. Natuurlijk moest zich dit wreken en heeft zich dit ook gewroken. Of Graf v. Waldersee de aangewezen chef staf was, wordt ook door meerdere bevoegde critici betwijfeld. Hoewel Hoffmann in zijn veel besproken publicaties hem verde digt, geven enkele zinsneden toch te denken. Zoo zegt Hoffmann op 20 Augs. tegen Grünert, als in den namid dag het bericht van het oprukken van het Narewleger tegen het XX korps binnenkomt, terwijl over het al of niet doorzetten van den slag Gumbinnen beslist moet worden: „Je crains que les nerfs du commandant en chef et de son chef d'état major ne soient pas de taille a bien supporter cette nouvelle" En wanneer Prittwitz tenslotte zijn overijld besluit om achter den Weichsel terug te gaan gedeeltelijk herroept en de staf zich tot een bespreking zet, schrijft Hoffmann: „le général v. Prittwitz, de même que le général comte Waldersee, avait un instant perdu la maïtrisse de ses nerfs". En toch was er tot op dat oogenblik althans in den Schlief- fenschen gedachtengang nog niets zenuwschokkends gebeurd. Kabisch acht de vervanging van Waldersee, gezien de omstan digheden, niet juist en niet noodig, temeer omdat dit z.i. het nadeel meebracht dat daardoor Ludendorff (sous-chef van het II Leger, v. Bülow) aan het Westfront ontviel, en dat juist aan den staf van een leger, waar zijn energieke persoonlijkheid waarschijnlijk op den loop der Marne-gebeurtenissen een beslissenden invloed ten goede zou hebben uitgeoefend. Dit is tenslotte echter mosterd na den maaltijd. 1076 Bij de bewerking van dit artikel stond alleen de fransche vertaling ten dienste. d. C.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 18